ECLI:NL:RBROT:2025:9678
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.P. Hameete
- M.J.C. Spoormaker
- M. Nijboer
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel op verzoek van de veroordeelde
Op 28 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel van een veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 1971 en gedetineerd in een inrichting voor stelselmatige daders, had een verzoek ingediend tot beëindiging van de ISD-maatregel die hem eerder was opgelegd voor de duur van twee jaren. Dit verzoek werd gedaan op basis van artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman, mr. F.G.J. Staals, aanwezig waren. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman beëindiging bepleitten, onder verwijzing naar de positieve ontwikkelingen in het leven van de veroordeelde, zoals het aanvragen van een paspoort en het vinden van werk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en het voorkomen van recidive. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde onvoldoende gemotiveerd is om zich in te zetten voor gedragsverandering en dat beëindiging van de maatregel zou leiden tot onveiligheid en overlast. Het verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel is dan ook afgewezen.