Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Procesverloop
- de veroordeelde zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan enig strafbaar feit;
- de veroordeelde zal ten behoeve van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 op de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zal op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig zijn op zijn verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast in overleg met de veroordeelde en afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft de veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van minimaal 12 uur en maximaal 17 uur niet op het verblijfadres te zijn. In de weekenden heeft de veroordeelde een aaneengesloten blok van minimaal 4 uur en maximaal 17 uur per dag vrij te besteden. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is: [adres 1] , [postcode 1] te [plaats 1] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
- de veroordeelde meldt zich binnen 3 werkdagen na invrijheidstelling bij Reclassering Nederland, [adres 2] , [postcode 3] [plaats 2] , [telefoonnummer] . De veroordeelde blijft zich melden bij de reclassering, zolang en zo vaak de reclassering dat nodig vindt. Deze meldplicht heeft tot doel de veroordeelde te kunnen begeleiden bij en controleren op de naleving van de opgelegde bijzondere voorwaarden;
- de veroordeelde laat zich gedurende de proeftijd behandelen door Brijder, of een soortgelijke zorgverlener, op tijden en plaatsen als door of namens die zorgverlener wordt aangegeven. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar worden gegeven;
- de veroordeelde werkt mee aan of spant zich actief in voor (een traject gericht op) het verkrijgen en het behouden van een structurele en zinvolle (betaalde) dagbesteding;
- de veroordeelde werkt mee aan middelencontrole door middel van ademonderzoek (blaastest) en/of urineonderzoek om zijn alcohol- en drugsgebruik te monitoren. De reclassering bepaalt de frequentie en op welke wijze de middelencontroles plaatsvinden;
2.Beoordeling
3.Beslissing
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
- de veroordeelde meldt zich binnen 3 (drie) werkdagen bij Reclassering Nederland op de [adres 2] , [postcode 3] te [plaats 2] bij mevrouw [persoon A] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde blijft ook meewerken aan huisbezoeken;
- de veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorginstelling dat nodig vindt;
- de veroordeelde verblijft, als de reclassering dit nodig acht, in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start op het moment dat de reclassering het wenselijk vindt dat de veroordeelde begeleid gaat wonen, als blijkt dat de huidige woonsituatie niet meer wenselijk of houdbaar is. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van middelengebruik en delictgedrag. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de veroordeelde momenteel aan zijn mentale en fysieke gezondheid moet werken alvorens hij betaald werk kan verrichten;
- de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
- de veroordeelde werkt mee aan ambulante (woon)begeleiding als de reclassering dit nodig acht. Hij toont een meewerkende houding en zal de ambulante (woon)begeleiding inzicht geven in de verschillende leefgebieden zoals de financiën, administratie en zijn dagbesteding als dit nodig is. Dit om de zelfredzaamheid van de veroordeelde te vergroten.