ECLI:NL:RBROT:2025:9716

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
10-128420-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een individu, geboren in 1998. De rechtbank had eerder, op 8 december 2022, de terbeschikkingstelling gelast vanwege diefstal met bedreiging van geweld en afpersing. De termijn van de terbeschikkingstelling was begonnen op 19 juli 2023. Op 28 mei 2025 ontving de rechtbank een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze vordering werd behandeld op een openbare zitting op 21 juli 2025, waarbij de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, en deskundigen werden gehoord. De psycholoog en de reclassering adviseerden beide om de terbeschikkingstelling niet te verlengen, gezien de positieve ontwikkeling van de ter beschikking gestelde in de afgelopen twee jaar. De rechtbank concludeerde dat het recidivegevaar laag was en dat de ter beschikking gestelde in staat was een stabiel leven op te bouwen. De rechtbank wees de vordering van de officier van justitie af, omdat de veiligheid van anderen geen verlenging van de maatregel eiste. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-128420-22
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde)
,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
feitelijk verblijvende op het adres:
[adres],
raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te ’s-Gravenhage.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 8 december 2022 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast; daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van diefstal met bedreiging van geweld en afpersing. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 19 juli 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 21 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Uiterwijk, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door
zijn raadsvrouw, en de deskundige [naam 1], werkzaam als reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies psycholoog
Psycholoog [naam 2] adviseert in het rapport, gedateerd 3 april 2025, de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
Bij de ter beschikking gestelde kan met enige voorzichtigheid nog steeds gesproken worden van een persoonlijkheidsstoornis met lichte borderline kenmerken. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, in volledige en langdurige remissie. Het is echter denkbaar dat deze diagnoses, bij afronding van zijn therapie, heroverwogen of doorgehaald zullen worden. Verder is de pathologie structureel minder geworden en is er geen sprake meer van een verhoogd recidiverisico. Alle factoren die beïnvloedbaar zijn, heeft de ter beschikking gestelde in zijn behandeling en begeleiding weten aan te pakken. Er is hierdoor een hoog niveau van beschermende factoren. De voortzetting van een verplicht kader van toezicht wordt aldus niet meer nodig geacht, zodat wordt geadviseerd de tbs-maatregel niet te verlengen.
Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 1 mei 2025, de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
De ter beschikking gestelde heeft de afgelopen twee jaar laten zien dat hij hard heeft gewerkt aan de ontwikkeling van stabiliteit op alle leefgebieden. Hij heeft meegewerkt aan de gestelde voorwaarden en is niet in aanraking gekomen met politie of justitie. Het begeleid wonen traject van Exodus in Rotterdam is voorspoedig verlopen en hij heeft, middels een urgentieverklaring, inmiddels een eigen woning in Vlaardingen verkregen. Daarnaast heeft hij een baan en zet hij zich wekelijks in voor ambulante behandeling bij Fivoor. Aanwezige beschermende factoren zijn verder zijn financiën, abstinentie van middelen en een pro sociale en gemotiveerde houding. De ter beschikking gestelde is zich meer bewust geworden van zijn gedrag en valkuilen daarbij, waardoor de reclassering de risico’s op recidive, letsel en het onttrekken aan de voorwaarden als laag inschat.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam 1] heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat de ter beschikking gestelde goed heeft meegewerkt aan de behandeling en zich in positieve zin heeft ontwikkeld. Het risico om terug te vallen wordt ingeschat als laag. Een nieuwe ontwikkeling na het uitgebrachte verlengingsadvies is dat de ter beschikking gestelde recent van baan is gewisseld en momenteel werkzaam is als assistent-manager bij een supermarkt in Vlaardingen. Dit verloopt goed. Hoewel zijn netwerk nog beperkt is, acht de deskundige hem in staat om een sociaal netwerk op te bouwen. Daar is hij nu ook mee bezig. Verder is de ter beschikking gestelde van plan om voor langere duur zijn therapie bij Fivoor op vrijwillige basis voort te zetten.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben eveneens afwijzing van de vordering bepleit.

5.Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat een terbeschikkingstelling kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van de maatregel eist. Dit houdt in dat het recidivegevaar nog in reële mate aanwezig moet zijn en dit dient voort te vloeien uit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Hoewel eerder vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek volgens de rapporterend psycholoog formeel nog aanwezig is, stelt de rechtbank vast dat de afgelopen twee jaar sprake is geweest van een opwaartse lijn in de behandeling van de ter beschikking gestelde. Hij is in een relatief korte periode in staat gebleken op het gebied van onder meer wonen, werk en financiën een stabiel leven op te bouwen en is gemotiveerd om zijn nieuwe levensstijl, die ver afstaat van zijn oude leven, vast te houden. Hij heeft aangegeven de lopende therapie voort te willen zetten om zichzelf nog verder te ontwikkelen. Dit onderstreept te meer dat hij inmiddels inzicht heeft in zijn problematiek.
Gelet hierop en op de rapporten van de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat het herhalingsgevaar dusdanig laag moet worden geacht, dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen voortzetting van de terbeschikkingstelling niet langer eist. De vordering van de officier van justitie zal daarom worden afgewezen.

6.Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mr. L. Stevens en mr. J. Langeveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. van Beek, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.