Uitspraak
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot een gedwongen schuldregeling, ingediend door een verzoeker die in financiële problemen verkeert. De verzoeker had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waaronder Ziggo Services B.V., maar deze laatste weigerde in te stemmen met het aanbod. De verzoeker had een nulaanbod gedaan, wat inhoudt dat hij geen aflossingen kon bieden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende duidelijkheid was over de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzoeker, die door het UWV was vastgesteld op 40-50%. De verzoeker had bezwaar aangetekend tegen deze beslissing, maar de bezwaarprocedure was al bijna een jaar aan de gang zonder resultaat. De rechtbank oordeelde dat het aanbod van de verzoeker niet het maximaal haalbare was en dat de belangen van Ziggo, die een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast vertegenwoordigde, zwaarder wogen dan die van de verzoeker. De rechtbank heeft daarom het verzoek om Ziggo te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.