ECLI:NL:RBROT:2025:9734

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
C/10/704578 / HA RK 25-773
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke procedures betreffende de Subsidieregeling coronabanen in de zorg

Op 11 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek van mr. C.A. Geleijnse, rechter in de rechtbank Rotterdam, om zich te mogen verschonen in een aantal beroepsprocedures. Deze procedures zijn gerelateerd aan besluiten van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg, met de zaaknummers ROT 23/7520, ROT 23/7521, ROT 24/8810, ROT 24/8799, ROT 24/4625, ROT 24/4750, ROT 24/9187 en ROT 24/9461. De rechter heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij tot en met oktober 2021 werkzaam is geweest als advocaat en dat er een afspraak was gemaakt dat hij gedurende vijf jaar na zijn uitdiensttreding geen zaken zou behandelen waarin advocaten van zijn oude kantoor optreden. Deze termijn verstrijkt in november 2026. Aangezien een advocaat van zijn oude kantoor als vertegenwoordiger van de minister optreedt in de beroepsprocedures, heeft de rechter verzocht om verschoning om elke schijn van vooringenomenheid te voorkomen.

De rechtbank heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en vastgesteld dat, hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De rechtbank concludeert dat de aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het verzoek om verschoning, een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van mr. C.A. Geleijnse toegewezen, waardoor hij zich mag verschonen van de verdere behandeling van de genoemde bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaak- en rekestnummer: C/10/704578 / HA RK 25-773
Beslissing van 11 augustus 2025
op het verzoek van
mr. C.A. Geleijnse,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team Bestuursrecht 1 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in
de beroepsprocedures over besluiten van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg, met zaaknummers ROT 23/7520, ROT 23/7521, ROT 24/8810, ROT 24/8799, ROT 24/4625, ROT 24/4750, ROT 24/9187 en ROT 24/9461.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
De rechter heeft zitting in de meervoudige kamer die op 1 september 2025 acht beroepsprocedures over besluiten van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg zal behandelen. Deze beroepsprocedures hebben de zaaknummers ROT 23/7520, ROT 23/7521, ROT 24/8810, ROT 24/8799, ROT 24/4625, ROT 24/4750, ROT 24/9187 en ROT 24/9461 (de beroepsprocedures).
1.2.
Op 4 augustus 2025 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

2.1.
Als onderbouwing van het verzoek om verschoning heeft de rechter – samengevat weergegeven – het volgende aangevoerd. De rechter is tot en met oktober 2021 werkzaam geweest als advocaat. Bij zijn start als rechter-plaatsvervanger bij deze rechtbank is afgesproken dat de rechter gedurende een ruime periode (vijf jaar) na uitdiensttreding geen zaken zal behandelen waarin een of meer advocaten van zijn oude kantoor als
vertegenwoordiger optreden. Deze termijn van vijf jaar verstrijkt per november 2026. Het is de rechter gebleken dat een advocaat, werkzaam bij zijn oude kantoor, in de beroepsprocedures als vertegenwoordiger van de minister optreedt. Zij was een directe collega van de rechter. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de beroepsprocedures te voorkomen, verzoekt de rechter om verschoning.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel om de onpartijdigheid van de rechter te verzekeren. Voorop staat dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter tegenover een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter – subjectief – niet onpartijdig is.
3.3.
Vervolgens moet worden onderzocht of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden – objectief – gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3. bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijst toe het verzoek van mr. C.A. Geleijnse om zich in de bestuursrechtelijke procedures met zaaknummers ROT 23/7520, ROT 23/7521, ROT 24/8810, ROT 24/8799, ROT 24/4625, ROT 24/4750, ROT 24/9187 en ROT 24/9461 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Fiege, voorzitter, mr. A. Verweij en mr. W.J.M. Diekman, rechters, in aanwezigheid van mr. R.W.H. van Rijkom, griffier, en door de voorzitter en de griffier ondertekend op 11 augustus 2025.
de griffier de voorzitter