Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
18 juli 2025
Rechtbank Rotterdam
Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een schuldenaar tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De schuldenaar, die zich in een problematische schuldensituatie bevond, had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar niet had geprobeerd om een minnelijke regeling te treffen met zijn schuldeisers, maar dat dit in zijn specifieke situatie niet aan de ontvankelijkheid van het verzoek in de weg stond. De Belastingdienst, als grootste schuldeiser, had geen medewerking verleend aan een minnelijk traject, wat de rechtbank als voldoende reden aanzag om het verzoek toe te wijzen.
De rechtbank beoordeelde dat de schuldenaar aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldeed, ondanks het ontbreken van goede trouw bij het ontstaan van de schulden. De omstandigheden die tot de schulden hadden geleid, waren inmiddels onder controle, aangezien de schuldenaar zijn onderneming had gestaakt en niet meer de intentie had om te ondernemen. De rechtbank was van mening dat de schuldenaar blijk had gegeven van een serieuze houding ten opzichte van zijn schuldsanering en dat er vertrouwen was dat hij de verplichtingen uit de WSNP zou nakomen.
De rechtbank benoemde een bewindvoerder en een rechter-commissaris, en stelde de ingangsdatum van de WSNP vast op 18 juli 2025, met een einddatum op 18 januari 2027. De rechtbank legde de verplichtingen op waaraan de schuldenaar tijdens de WSNP moet voldoen, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden.