Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
18 juli 2025
Rechtbank Rotterdam
Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een schuldenaar tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De schuldenaar, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt, heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen poging is gedaan tot een minnelijke regeling met de schuldeisers, omdat de Belastingdienst niet heeft gereageerd op verzoeken om saldo-opgaaf. De rechtbank oordeelt dat dit niet aan de ontvankelijkheid van het verzoek in de weg staat, aangezien het aannemelijk is dat de Belastingdienst als grootste schuldeiser geen medewerking wilde verlenen aan het minnelijk traject.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de schuldenaar voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP. De rechtbank concludeert dat de schuldenaar aan alle eisen voldoet en dat er voldoende verwachting is dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de schuldenaar in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan en dat er beslag op zijn inkomen lag. Hierdoor is de rechtbank van mening dat er aanleiding is om een eerdere ingangsdatum voor de WSNP te bepalen, namelijk 14 januari 2025.
De rechtbank heeft de toepassing van de WSNP uitgesproken, de ingangsdatum vastgesteld op 14 januari 2025 en de einddatum op 14 juli 2026. Tevens is er een bewindvoerder benoemd en is de rechter-commissaris mr. C.G.E. Prenger aangesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.