Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het proces-verbaal van de openbare terechtzitting op 10 juli 2025 in de strafzaken tegen verzoeker, met daaraan gehecht – onder meer – een pleitnotitie van de advocaat van verzoeker met daarbij het wrakingsverzoek en de gronden daarvan;
- de schriftelijke reactie van de rechters van 16 juli 2025 op het wrakingsverzoek;
- de schriftelijke reactie van verzoeker van 8 augustus 2025 op de schriftelijke reactie van de rechters, met bijlagen.
2.Het wrakingsverzoek
- Er zijn verschillende rapportages uitgebracht in de strafzaken tegen verzoeker. In de strafdossiers ontbreekt echter een deskundigenrapport over de psychische gezondheidssituatie van verzoeker.
- De rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en de Reclassering zijn niet gebaseerd op enige diagnostiek en maken ook melding van het ontbreken daarvan.
- Dit wordt onderschreven door een door verzoeker aangevraagde rapportage, waaruit blijkt van de noodzaak tot het uitbrengen van een psychologische en psychiatrische rapportage over verzoeker.
- Een dergelijke dubbelrapportage is noodzakelijk om een juist beeld te krijgen van de persoon van verzoeker en over de verwijtbaarheid van de handelingen die hem ten laste worden gelegd.
- Een dergelijke rapportage zal ook kunnen bijdragen aan een beslissing tot toepassing van het jeugdstrafrecht in de strafzaak met nummer 71/031786-24 tegen verzoeker.
- Door ondanks de gemotiveerde verzoeken daartoe te weigeren het uitbrengen van een psychologische en psychiatrische rapportage over verzoeker te gelasten, wekken de rechters de schijn van vooringenomenheid en partijdigheid met betrekking tot de berechting van verzoeker. Het lijkt erop dat zij al hebben besloten tot berechting in de zaak met nummer 71/031786-24 op basis van het volwassenenstrafrecht, terwijl de berechting van verzoeker in die zaak nu juist op basis van het jeugdstrafrecht moet plaatsvinden.
- Daarnaast lijkt het erop dat de rechters al hebben geoordeeld dat bij verzoeker geen sprake is van psychiatrische problematiek die relevant is voor de strafzaak, terwijl er duidelijke aanwijzingen zijn voor het tegendeel.
- Het standpunt van de rechters dat verder onderzoek niet nodig is en dat vragen over de persoon van verzoeker tijdens de terechtzitting door de rechters kunnen worden gesteld, is zo onbegrijpelijk dat daarvoor redelijkerwijs geen andere verklaring kan worden gegeven dan dat de weigering tot nader deskundigenonderzoek door vooringenomenheid is ingegeven.
3.De beoordeling
In hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om terug te komen op de eerder genomen beslissing van de rechtbank om geen dubbelrapportage te laten opstellen. De zaak zal inhoudelijk worden behandeld waarin ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aan bod zullen komen. Mocht de rechtbank bij het raadkameren tot de conclusie komt dat zij toch onvoldoende is voorgelicht over de psychische gesteldheid van de verdachte, dan kan de rechtbank altijd de beslissing nemen om het onderzoek te heropenen.”.