ECLI:NL:RBROT:2025:9836

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
13 augustus 2025
Zaaknummer
C/10/703739 / FA RK 25-5603
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in verband met psychische stoornis en gedragsproblemen

Op 7 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een zorgmachtiging voor een betrokkene met een zeldzame neurocognitieve stoornis. De officier van justitie had op 22 juli 2025 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1961, vertoont ernstige psychische en gedragsproblemen, waaronder een maniform beeld en agressief gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, zijn advocaat, zijn echtgenote en een vriend van de familie aanwezig, terwijl de officier van justitie niet verscheen.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De betrokkene is niet in staat om zichzelf adequaat te verzorgen en verzet zich tegen vrijwillige zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met ingang van de uitspraak, en bepaalt dat de betrokkene onderworpen kan worden aan verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van voeding en medicatie, beperking van bewegingsvrijheid en toezicht.

De rechtbank heeft de overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De zorgmachtiging is verleend met het doel om ernstig nadeel af te wenden en de veiligheid van de betrokkene te waarborgen. De beschikking is op 7 augustus 2025 mondeling gegeven door rechter B.J.M.P. Cremers en op 14 augustus 2025 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/703739 / FA RK 25-5603
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 7 augustus 2025 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1961, [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
op dit moment verblijvende in [naam instelling] te [plaatsnaam] ,
advocaat mr. G. Ozveren te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 juli 2025.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 17 juli 2025;
  • de niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 15 juli 2025;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 augustus 2025. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met advocaat mr. S. Lodder namens zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • echtgenote van betrokkene;
  • [naam 2] , vriend van de familie;
  • [naam 3] , arts, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 30 juni 2025, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 21 juli 2025, is dit verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een neurocognitieve stoornis met gedragsstoornissen, zijnde neuropsychiatrische klachten bij systemische lupus erythematosus (SLE).
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene heeft een zeldzame vorm van SLE die zich heeft uitgebreid naar de hersenen. Hierbij vertoont betrokkene een maniform beeld. Betrokkene is niet meer in staat om zichzelf adequaat te verzorgen. Betrokkene eet en drinkt maar matig, terwijl dit wel noodzakelijk is voor de verdere behandeling. Ook is betrokkene incontinent voor urine en ontlasting, is hij slecht ter been en ligt hij het grootste gedeelte van de dag in bed. Verder is sprake van een verhoogde stemming, ontremd gedrag en agressie, zowel fysiek als verbaal. In de thuissituatie heeft betrokkene grote financiële uitgaven gedaan.
De arts licht tijdens de mondelinge behandeling toe dat het beeld dat betrokkene vertoont zeldzaam is en dat de betrokkene hiervoor in behandeling is bij het LUMC. Daar zal de aankomende zes maanden behandeling plaatsvinden met een maandelijks cyclofosfamide infuus. Na die zes maanden zal moeten blijken of de behandeling aanslaat of dat er naar een andere behandeling gekeken moet worden. Zonder adequate behandeling is er kans op ernstig lichamelijk en psychisch letsel.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene verzet zich op een verbaal agressieve manier tegen alle zorg en behandeling. Hij vertelt tijdens de mondelinge behandeling dat hij genezen is van SLE en dat hij alles zelf kan. Om die reden is verplichte zorg nodig. Ook tijdens de mondelinge behandeling is betrokkene op momenten erg boos. Betrokkene is daarbij verbaal agressief, gilt hard en steekt zijn middelvinger(s) op naar zowel de arts als de rechter.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende de beperking van het gebruik van communicatiemiddelen en het innemen van de bankpas;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.8.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 februari 2026;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 7 augustus 2025 mondeling gegeven door mr. B.J.M.P. Cremers, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Z.P. van der Knaap, griffier, en op 14 augustus 2025 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.