Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling in vereniging en poging tot zware mishandeling. De zaak betreft een steekincident dat plaatsvond op 26 oktober 2023 in Rotterdam, waarbij het slachtoffer meermalen met een mes werd gestoken. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de zware mishandeling, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan poging tot zware mishandeling, omdat hij opzettelijk de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij het slachtoffer zwaar letsel zou toebrengen.
De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van getuigen en de forensische bevindingen. Het slachtoffer had meerdere steek- en snijwonden en er was bloed van de verdachte aangetroffen op de plaats delict. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, maar de rechtbank oordeelde dat de getuigenverklaringen en het forensisch bewijs overtuigend waren. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 162 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen in het buitenland.