ECLI:NL:RBROT:2025:9853
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een ontnemingszaak waarbij de officier van justitie, mr. R.P.L. van Loon, vorderde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde zou worden ontnomen. De veroordeelde, geboren in 1993 en bijgestaan door zijn advocaat mr. H. Raza, had eerder procesafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie over de afdoening van zowel de strafzaak als de ontnemingsprocedure. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn vordering, omdat er onvoldoende strafrechtelijk belang meer was. De rechtbank oordeelde dat het voordeel al in voldoende mate was ontnomen doordat de veroordeelde afstand deed van de in beslag genomen goederen of de tegenwaarde daarvan. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, waarmee de zaak werd afgesloten.