Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1 augustus 2025
Rechtbank Rotterdam
Op 1 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van [verzoeker] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [verzoeker] bevond zich in een problematische schuldensituatie en had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. Tijdens de zitting op 25 juli 2025 zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder [verzoeker] zelf en zijn zus, alsook zijn schuldhulpverlener, mevrouw A. Changur. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanbod is gedaan aan de schuldeisers voor een buitengerechtelijke regeling, omdat de Belastingdienst niet wilde meewerken aan een minnelijke regeling. De rechtbank oordeelde dat dit niet aan de ontvankelijkheid van het verzoek in de weg staat, gezien de omstandigheden.
De rechtbank heeft vervolgens de goede trouw van [verzoeker] beoordeeld. Ondanks dat er schulden waren ontstaan bij de Belastingdienst en andere instanties, was de rechtbank van mening dat de omstandigheden die tot deze schulden hebben geleid inmiddels onder controle waren. [verzoeker] had zijn onderneming gestaakt en alle belastingaangiftes waren gedaan. De rechtbank concludeerde dat [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldeed en dat hij een serieuze houding had getoond ten aanzien van zijn schulden.
De rechtbank heeft de WSNP-toelating uitgesproken, met de ingangsdatum vastgesteld op 1 augustus 2025 en de einddatum op 1 februari 2027. Tevens zijn verplichtingen opgelegd aan [verzoeker] tijdens het WSNP-traject, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De rechtbank benoemde mr. J.T.P. Pot als rechter-commissaris en droeg de bewindvoerder op om toezicht te houden op de naleving van deze verplichtingen. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.