ECLI:NL:RBSGR:1998:2

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
23 juni 1998
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
KG 98/642
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H. van Delden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over onrechtmatige uitlatingen in de media betreffende een voetbalmakelaar

Op 23 juni 1998 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, werkzaam als zaakwaarnemer voor profvoetballers, en gedaagden, waaronder de voorzitter van de Vereniging Van Contractspelers (VVCS). De eiser, die in het bezit is van een FIFA-licentie, vorderde rectificatie van uitlatingen die in een artikel van het weekblad 'Vrij Nederland' over hem waren gedaan. In dit artikel werd eiser negatief belicht, waarbij hij werd beschuldigd van onethisch gedrag als makelaar. Eiser stelde dat deze uitlatingen zijn eer, integriteit en goede naam hadden aangetast, wat leidde tot zowel immateriële als materiële schade. Hij vorderde onder andere een rectificatie in de media en een schadevergoeding van f. 15.000,-.

Gedaagden voerden verweer en stelden dat de uitlatingen niet onrechtmatig waren en dat eiser geen spoedeisend belang had bij zijn vordering, aangezien hij pas vijf maanden na de publicatie van het artikel het kort geding had aangespannen. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen van gedaagde sub 1, gedaan in zijn hoedanigheid als voorzitter van de VVCS, niet zodanig onrechtmatig waren dat rectificatie noodzakelijk was. De rechtbank verklaarde eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering tegen gedaagde sub 2 en wees de vorderingen van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Civiel Recht - President
Vonnis in kort geding van 23 juni 1998,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 98/642 van:
[eiser] ,wonende te Tjechië, eiser,
procureur mr. A.H. Vermeulen,
advocaat mr. R.T.M. Borsjé te Haarlem,
tegen:
1.
[gedaagde sub 1] ,
wonende te [woonplaats 1] , en
2.
Stichting VVCS Prof Voetbalgala,
gevestigd en kantoorhoudende te Gouda, gedaagden,
procureur mr. H.C.M. Kortman,
advocaat mr. F.C. van Spengler te Amsterdam.

1.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 9 juni 1998 wordt van het volgende uitgegaan.
- Eiser is werkzaam als zaakwaarnemer voor profvoetballers en voetbalclubs in Nederland en elders in Europa, in het bijzonder in Italië.
- Sinds 20 februari 1997 is eiser in het bezit van een licentie van de FIFA, de overkoepelende organisatie van alle voetbalorganisaties ter wereld.
- Gedaagde sub l is voorzitter van de vakbond voor profvoetballers, de
Vereniging Van Contractspelers (hierna: VVCS) en is in die hoedanigheid in het
najaar van 1997 geïnterviewd door de heer [naam 1] , journalist van het weekblad "Vrij Nederland", en de heer [naam 2] , journalist van het televisieprogramma Zembla.
- In het weekblad "Vrij Nederland" is op 10 januari 1998 een artikel verschenen met als titel "De verre neefjes van Cor Coster" en als ondertitel "de duistere wereld van de voetbalmakelaars".
- In dit artikel wordt eiser bij naam en toenaam genoemd als "voorbeeld van voetbalmakelaars over wie klachten genegeerd, in elk geval niet serieus worden genomen. Door gedaagde sub I wordt eiser omschreven als "de makelaar uit [woonplaats 2] die [naam 3] aan een overeenkomst voor het leven bij AZ hielp, maar de jonge keeper ook met een wurgcontract aan zichzelf vastketende" en "Aantoonbaar een rommelaar. iemand die spelers beduvelt. Mooi dat hij een licentie heeft. Als er nou één aanvrager niet van onbesproken gedrag was, was het die [eiser] wel".
- Eiser heeft bij aangetekend schrijven van respectievelijk 30 maart 1998 en 31 maart 1998 respectievelijk de VVCS, de heer [gedaagde sub 1] en Vrij
Nederland aansprakelijk gesteld voor door hem ten gevolge van de in het artikel
opgenomen uitlatingen geleden en nog te lijden immateriële en materiële schade en heeft gesommeerd tot het plaatsen van, dan wel het verlenen van medewerking aan het plaatsen van, een rectificatie.
- In reactie hierop heeft het weekblad "Vrij Nederland" eiser bij schrijven van
3 april 1998 medegedeeld geen rectificatie te plaatsen aangezien geen aanleiding bestaat te veronderstellen dat de heer [naam 1] gedaagde sub 1 woorden in de mond heeft gelegd die hij niet heeft uitgesproken.

2.De vordering. de gronden daarvoor en het verweer

1
Eiser vordert, zakelijk weergegeven, gedaagde(n) te veroordelen:
1. tot het doen plaatsen van, respectievelijk het verlenen van medewerking aan het doen plaatsen van, een rectificatie in de eerstmogelijke editie van het weekblad "Voetbal International" en het weekblad "De contractspeler", welke rectificatie luidt als volgt:
"Door [gedaagde sub 1] , wonende te [woonplaats 1] , zijn als voorzitter van de VVCS onware en onnodig krenkende uitlatingen gedaan in een vraaggesprek met een journalist van het weekblad "Vrij Nederland" omtrent de persoon, de integriteit en het handelen van de heer [eiser] , voormalig woonachtig te [woonplaats 2] , als persoon en Fifa-agent. Hij, c.q. de VVCS, verklaart/verklaren hierbij deze uitlatingen en de publicatie ervan te betreuren en dat ze ongegrond zijn",
althans van een soortgelijke aard en inhoud en met een grootte en opmaak als door de president in goede justitie te bepalen.
2. tot betaling aan eiser van een bedrag van f. 15.000,- als voorschot op de vergoeding van geleden immateriële schade;
3. tot het verbieden tot het doen van c.q. medewerking geven aan enige publicatie en/of iedere publieke uitlating over de persoon, integriteit en/of de goede naam van eiser zowel in privé als als Fifa-agent dan wel anderszins schadelijke uitlatingen van welke aard en/of omvang op verbeurte van een
dwangsom van f. 50.000,- per overtreding van dit verbod en/of per dag dat
deze overtreding voortduurt tot een maximum van één miljoen gulden;
Daartoe voert eiser het volgende aan.
Door de grievende uitlatingen van [gedaagde sub 1] in het artikel van het weekblad "Vrij Nederland" van 10 januari 1998 is eiser aangetast in zijn persoon, eer, integriteit en goede naam, waardoor hij zowel materiële als immateriële schade lijdt en heeft geleden.
Gedaagden voeren als volgt verweer.
Allereerst verdient opmerking dat gedaagde sub 2 in het geheel geen rol in het geschil heeft gespeeld. Eiser is kennelijk in de war met de Vereniging van Contract Spelers, van welke vereniging gedaagde sub 1 (eveneens) voorzitter is. Eiser heeft eerst vijf maanden na het gewraakte artikel in het weekblad "Vrij Nederland" het thans aanhangige kort geding aangespannen, zodat hij geen spoedeisend belang bij zijn vordering heeft.
Gedaagden zijn van mening dat eisers stelling dat hij (im)materîële schade lijdt en heeft geleden ongeloofwaardig is en in geen enkel opzicht nader is
geconcretiseerd. Immers het standpunt van de VVCS en haar voorzitter ten aanzien van de voethalmakelaardij is in de gehele Nederlandse voetbalwereld bekend. Eiser is slechts als voorbeeld genoemd in enkele regels van een in totaal zes pagina's tellend artikel over spelersmakelaars, ter voorbereiding waarvan niet alleen [gedaagde sub 1] is geïnterviewd. De gewraakte uitspraken zijn niet onrechtmatig. Eiser is niet ontvankelijk in zijn vordering tegen gedaagde sub 2.

3.Beoordeling van het geschil

3.1.
In zijn vordering tegen gedaagde sub 2 moet eiser niet-ontvankelijk worden verklaard. Gedaagde sub 1 heeft de gewraakte uitlatingen kennelijk gedaan in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Vereniging van Contract Spelers, een andere rechtspersoon. Gelet op hetgeen verder wordt overwogen is dit voor de huidige procedure echter nauwelijks van belang.
3.2.
Ter beantwoording is (primair) de vraag of de bewuste uitlatingen van [gedaagde sub 1] , zoals opgenomen in het artikel in het weekblad "Vrij Nederland" van 10 januari 1998 een hevel tot rectificatie noodzakelijk maken.
3.3.
Dit is niet het geval. Van belang is dat direct volgend op de uitlatingen van gedaagde suh l een ontkennend citaat van [naam 4], directeur Betaald Voetbal van de
KNVB,in het gewraakte artikel is opgenomen dat luidt als volgt: "Geruchten, het zijn allemaal geruchten. De
KNVBmag niet op de stoel van de onderzoeksrechter gaan zitten en zaken uitzoeken. Wij kunnen alleen corrigerend optreden als er harde bewijzen worden aangeleverd. En dat gebeurt niet, nooit. Ook de VVCS komt nooit met iets concreets."
De enkele eiser persoonlijk betreffende regels in het in totaal zes pagina's omvattende artikel in het weekblad "Vrij Nederland" zijn, mede gelet op het recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van pers, niet zodanig in strijd met de in het maatschappelijk verkeer vereiste zorgvuldigheid dat zij als onrechtmatig dienen te worden gekwalificeerd. De in het artikel opgenomen uitlatingen zijn wdiswaar aanvechtbaar maar dat dit zo is blijkt ook duidelijk uit de kontekst waarin zij zijn geplaatst. Er is daarom geen reden om tot een toewijzing van het gevorderde over te gaan, temeer niet nu eiser zolang heeft gewacht met het indienen van de vordering.
3.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot rectificatie moet worden afgewezen. In het verlengde daarvan bestaat evenmin aanleiding om het overigens gevorderde toe te:: wijzen.
3.5.
Eiser zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

4.Beslissing

De President:
Verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering tegen gedaagde sub 2. Wijst het gevorderde af wat betreft gedaagde sub 1.
Veroordeelt eiser in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van gedaagden begroot op
f1895,--, waarvan
f345,-- aan griffierecht.
Aldus gewezen door mr. A. H. van Delden en uitgesproken ter openbare zitting van 23 juni 1998 in tegenwoordigheid van de griffier.