ECLI:NL:RBSGR:1999:AA1073

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 augustus 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99/7214
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M. Harteveld
  • C.C. de Rijke-Maas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tippelzone verplaatsing in Den Haag

In deze zaak hebben verschillende verzoekers, waaronder Elfrings Bouwstoffen BV en NV Eneco, een voorlopige voorziening aangevraagd met betrekking tot het besluit van de gemeente Den Haag om de tippelzone van de Waldorpstraat naar de Lulofsstraat te verplaatsen. Dit besluit, genomen op 15 juni 1999, was bedoeld om de veiligheid van weggebruikers en prostituees te waarborgen tijdens de herinrichting van de Waldorpstraat. De verzoekers voerden aan dat er geen zorgvuldig onderzoek was gedaan naar de gevolgen van deze verplaatsing en dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was. Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat de gemeente voorafgaand aan het besluit overleg had gepleegd met betrokken partijen en dat de verplaatsing noodzakelijk was om de veiligheid te waarborgen. De president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage oordeelde dat de gemeente in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak werd gedaan op 27 augustus 1999.

Uitspraak

President van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage
Sector Bestuursrecht
Proces-verbaal van de mondelinge
UITSPRAAK ingevolge artikel 8:84,
eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: AWB 99/7214 GEMWT
Inzake 1. Elfrings Bouwstoffen BV, gevestigd aan de Lulofsstraat 20-24 te Den Haag, verzoekster sub 1,
2. Verschoor Schilders BV, gevestigd aan de Lulofsstraat 25 te Den Haag, verzoekster sub 2,
3. Dijka BV, gevestigd aan de Lulofsstraat 30 te Den Haag, verzoekster sub 3,
4. Centrum Vakopleiding Haaglanden, gevestigd aan de Lulofsstraat 55 te Den Haag, verzoeker sub 4,
5. Facilitaire Dienst aan de Haagse Hogeschool, gevestigd aan de Johanna Westerdijkplein te Den Haag, verzoeker sub 5,
6. Kokkelink Beheer BV, gevestigd aan de Van der Kunstraat 112 te Den Haag, verzoekster sub 6,
7. Chaudron Afbouw BV, gevestigd aan de Lulofsstraat 27 te Den Haag, verzoekster sub 7,
8. NV Eneco, gevestigd aan de Verheeskade 25 te Den Haag, verzoekster sub 8,
9. Marktkauf Handelsgesellschaft mbH & Co. OHG, gevestigd te Duitsland, tevens kantoorhoudend te Duiven, verzoekster sub 9,
10. Gamma Bouwmarkten, gevestigd te Vlaardingen, verzoeker sub 10,
tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder.
1.Aanduiding bestreden besluit.
Het besluit van verweerder van 15 juni 1999, kenmerk BZ9000730 I.
2.Datum uitspraak.
27 augustus 1999
Verzoekers hebben zich doen vertegenwoordigen door mr. A.C.E.G. Cordesius, advocaat te Den Haag.
Voor verweerder is verschenen mr. M.V. Denekamp-Breuer en mr. H.J.A. Mesdag, werkzaam bij de Bestuursdienst van de gemeente Den Haag, drs ing. W.G. Koelemij, werkzaam bij de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Den Haag en de heer Weijman, werkzaam bij Regionaal Politiekorps Haaglanden.
Na het onderzoek ter openbare zitting te hebben gesloten, doet de president uitspraak als volgt.
3. Gronden.
Een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 Awb is verzocht ten aanzien van het besluit van verweerder van 15 juni 1999, kenmerk BZ9000730 I, strekkende tot verplaatsing van de tippelzone aan de Waldorpstraat naar de Lulofsstraat voor de periode van 1 september 1999 tot 1 april 2000.
Tegen dit besluit hebben verzoekers op 20 juli 1999 een bezwaarschrift ingediend.
Namens verzoekers is - kort gezegd - aangevoerd dat er geen zorgvuldig onderzoek heeft plaats gevonden naar de gevolgen van de verplaatsing van de tippelzone en dat het bestreden besluit een deugdelijke motivering ontbeert.
Ter zitting is door verweerder aangegeven dat het gebied Laakhaven in ontwikkeling is en dat zolang mogelijk is vastgehouden aan het uitgangspunt de tippelzone, tijdens de herinrichting, op de huidige locatie - de Waldorpstraat - te laten functioneren. Pas in een laat stadium is duidelijk geworden dat als gevolg van het feit dat de verkeerssituatie in de Waldorpstraat gedurende de herinrichting van deze straat per dag wezenlijk anders zal zijn en slechts toegankelijk zal zijn vanuit één richting de veiligheid van weggebruikers en prostituees en hun klanten gevaar loopt.
Van een te gemakkelijk besluit tot tijdelijke verplaatsing van de tippelzone is naar voorlopig oordeel gezien deze door verweerder ter zitting gegeven toelichting dan ook geen sprake.
Voorts is het onderhavige besluit weliswaar in een laat stadium genomen, maar nu verweerder voorafgaande aan het bestreden besluit wel zijn voornemen met partijen heeft besproken, kan niet gesteld worden dat sprake is van een onzorgvuldige voorbereiding.
Met betrekking tot de aanwijzing van de Lulofsstraat als tijdelijke locatie voor de tippelzone is ter zitting naar voren gebracht dat ter voorkoming van uitwaaiering van de tippelzone, de tijdelijke tippelzone zo dicht mogelijk bij de afwerkplaats dient te worden gesitueerd. Gezien de overige bestratingswerkzaamheden in het gebied bleek, aldus verweerder, dat alleen de Lulofsstraat als locatie hiervoor in aanmerking komt.
Dat er sprake zal zijn van enige vorm van overlast van een tippelzone, of deze nu functioneert in de Waldorpstraat dan wel de Lulofsstraat, is onvermijdelijk. Ter zitting heeft verweerder naar voren gebracht dat rondom het functioneren van de tippelzone destijds een aantal beheersafspraken zijn gemaakt. Met de politie is afgesproken dat tegen werken buiten de toegestane zone en tijden zal worden opgetreden. Met de Dienst Stadsbeheer zijn afspraken gemaakt omtrent het schoonmaken van de tippelzone en de afwerkplaats. Genoemde instantie/dienst alsmede de hulpverlener in de huiskamer zijn aanspreekpunten voor klachten.
Voorts heeft verweerder toegezegd dat ter beperking van extra overlast in de Lulofsstraat vóór 1 september 1999 een extra lantaarnpaal alsmede prullenbakken aan lantaarnpalen zullen worden geplaatst.
Verweerder is naar voorlopig oordeel in redelijkheid tot het besluit kunnen komen dat de tippelzone gedurende de periode van
1 september 1999 tot 1 april 2000 wordt verplaatst naar de Lulofsstraat.
Ook hetgeen overigens namens verzoekers is aangevoerd kan niet tot toewijzing van het verzoek leiden.
Het verzoek wordt afgewezen.
Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is niet gebleken.
4. Beslissing.
De president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage,
Wijst het verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht af.
mr. M. Harteveld mr. C.C. de Rijke-Maas
Griffier Fungerend president
Voor eensluidend afschrift,
De griffier van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage,