ECLI:NL:RBSGR:1999:AA5696
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Srilankaanse Tamil-vrouw en de beoordeling van vervolgingsrisico's
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 29 oktober 1999 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Srilankaanse vrouw, eiseres, die op 24 november 1997 een aanvraag om toelating als vluchteling en verlening van een vergunning tot verblijf indiende. Eiseres, geboren in 1982 en afkomstig uit Sri Lanka, heeft aangevoerd dat zij behoort tot de Tamils en dat zij vreest voor vervolging vanwege haar afkomst en de betrokkenheid van haar familie bij de Tamil Tijgers. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, waaronder de politieke situatie in Sri Lanka en de persoonlijke ervaringen van eiseres. Eiseres heeft onder andere verklaard dat haar vader is omgekomen door het Srilankaanse leger en dat zij zelf bedreigingen heeft ervaren van zowel het leger als de Tamil Tijgers. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij persoonlijk risico loopt op vervolging. De rechtbank heeft de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om de asielaanvraag af te wijzen, vernietigd, omdat de motivering van de afwijzing niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder opnieuw op het bezwaar moet beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.