2.4 Ter ondersteuning van hun asielverzoeken hebben verzoekers - samengevat - het volgende naar voren gebracht.
Verzoekers zijn van Russische afkomst. Verzoeker sub 1, zijn echtgenote verzoeker sub 2 en hun dochter verzoeker sub 4 woonden in de stad G in de Russische republiek Kabardino Balkarië, nabij
Tsjetsjenië. Als etnische Russen werden zij gediscrimineerd door de in de republiek wonende Kabardiniërs en Balkariërs. Zo moesten verzoeker sub 1 en zijn zoon H, om hun werk als automonteur in hun garage te kunnen blijven
verrichten, steekpenningen betalen aan de politie, de gemeente en de belastingdienst. In 1995 werd de deur van de flat van verzoekers in brand gestoken. Verzoeker sub 1 heeft hiervan aangifte gedaan bij de politie. Na enige tijd
heeft hij bij de politie geïnformeerd naar de voortgang van het onderzoek naar aanleiding van de aangifte. De aangesproken politieagenten deelden echter mee dat ze de aangifte niet hadden en voegden verzoeker toe dat hij moest
"oprotten". Verzoekers hebben daarop hun huis verkocht en zijn eind maart danwel begin april
verhuisd naar het dorp I, eveneens in de republiek
Kabardino Balkarië, nabij Tsjetsjenië.
Verzoeker sub 3 is geboren in Azerbajdzjan. Hij is in 1995 uit Azerbajdzjan vertrokken naar I. Hij werkte in de garage van verzoeker sub 1 en zijn zoon H. In augustus 1996 hebben hij en verzoeker sub 4 een kind gekregen. Tijdens de
bevalling van dit kind werd verzoeker sub 4 vanwege haar Russische afkomst in eerste instantie medische bijstand geweigerd, waardoor de geboorte problematisch verliep.
Als gevolg daarvan blijft het kind achter in zijn ontwikkeling. In november 1996 zijn verzoeker sub 3 en 4 met elkaar getrouwd.
Verzoeker sub 1, zijn zoon H en verzoeker sub 3 werden herhaaldelijk meegenomen door Balkariërs, Kabardiniërs, Ingoesjetirs, en Tsjetsjenen om onder dwang gratis reparaties te verrichten aan hun auto's. Daarbij werden zij
mishandeld. Op 5 mei 1998 werd H opnieuw meegenomen door Tsjetsjenen. Toen hij na enkele dagen niet naar huis was teruggekeerd, is verzoeker sub 1 hem gaan zoeken. De zoektochten leverden echter geen resultaat op. Verzoeker sub 1
heeft vervolgens eind mei 1998 geprobeerd van de ontvoering aangifte te doen bij de politie. Deze weigerde proces-verbaal op te stellen. De politie vertelde verzoeker sub 1 - in strijd met de waarheid - dat zijn zoon in het
Tsjetsjeense leger vocht.
Na de mislukte poging aangifte te doen, kwam de politie meerdere malen bij verzoekers thuis om gratis auto's te laten repareren. In verband met de voortdurende dreigingen hebben verzoeker sub 2, verzoeker sub 4 en haar kind een
veilig heenkomen gezocht bij een kennis in de regio Voronezj in centraal Rusland. Op 15 oktober 1998 's nachts is H naar huis teruggekeerd. Hij had in Malgobek, Ingoesjetië, onder dwang gratis auto's moeten repareren en was in
elkaar geslagen. Hij had weten te ontkomen en was bang dat er thans wraak zou worden genomen. Verzoekers sub 1 en 3 en H zijn daarop binnen enkele uren uit I
vertrokken. H is naar Rostow gegaan, op zoek naar zijn daarheen gevluchte gezin. Verzoekers sub 1 en 3 hebben zich bij verzoekers sub 2 en 4 in de regio Voronezj gevoegd.
In Voronezj werden verzoekers wederom gediscrimineerd. Zij werden aangezien voor Tsjetsjenen danwel Kaukasiërs en werden uitgemaakt voor zwarten. Zij werden lastiggevallen door de politie. Verzoekers wilden zich in hun woonplaats
laten inschrijven teneinde, onder meer, te kunnen werken, waartoe zij hun binnenlandse paspoorten bij de politie hebben ngeleverd. De politie heeft navraag naar verzoekers gedaan bij de politie in I. De politie in I vertelde dat
zoon H van
verzoekers sub 1 en 2 in het Tsjetsjeense leger had gevochten, waarop de inschrijving van verzoekers werd geweigerd. Bovendien kregen zij hun binnenlandse paspoorten niet terug.
Begin januari 1999 is verzoeker sub 1 vertrokken naar Sint Petersburg.
Hij heeft daar illegaal werk kunnen vinden, maar werd ook aldaar, omdat hij werd aangezien voor Kaukasiër, niet getolereerd. Hij werd lastig gevallen door de politie. Nadat hij door de politie was mishandeld en hem zijn geld was
afgenomen, hebben verzoekers besloten Rusland te verlaten.