ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5490
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot weigering van vergunning tot verblijf voor staatloze Palestijnse vluchteling
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een staatloze Palestijn, voor een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiser is op 25 september 1993 Nederland binnengekomen en heeft zich direct aangemeld bij de lokale politie. Hij heeft aanvragen ingediend voor zowel asiel als een verblijfsvergunning. Na een negatieve uitspraak van de rechtbank in 1996 en een afwijzing van zijn aanvraag in 1998, heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie. De rechtbank heeft de zaak op 6 januari 2000 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van de vergunning tot verblijf was gebaseerd op het ontbreken van een geldig nationaal grensoverschrijdingsdocument. Eiser heeft echter aangetoond dat hij niet in staat is om een geldig paspoort te verkrijgen van de Syrische autoriteiten, en dat hij in het verleden in het bezit is geweest van een reisdocument voor Palestijnse vluchtelingen. De rechtbank oordeelt dat de beslissing van verweerder onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en dat de motivering van de afwijzing niet deugdelijk is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om opnieuw te beslissen op het bezwaarschrift van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op f 1.420,=.