ECLI:NL:RBSGR:2000:AA5761
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.C. Greeuw
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en asielaanvragen van staatloze vreemdelingen uit Libanon
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening van twee staatloze vreemdelingen uit Libanon, A en B, die in het Grenshospitium te Amsterdam verblijven. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de Staatssecretaris van Justitie van 19 februari 2000, waarin hun aanvragen om toelating als vluchteling zijn afgewezen. De verzoekers vragen om schorsing van de uitzetting totdat op hun beroep is beslist. Daarnaast is er een beroep ingesteld tegen de vrijheidsontnemende maatregel die hen is opgelegd. De openbare behandeling van de geschillen vond plaats op 1 en 3 maart 2000, waarbij de verzoekers en de verweerder hun standpunten hebben toegelicht. De president van de rechtbank heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Vreemdelingenwet (Vw) geoordeeld dat de termijn van 48 uur voor de afhandeling van de asielaanvragen is overschreden, maar dat deze overschrijding niet aan de verzoekers kan worden toegerekend. De president heeft vastgesteld dat de rechtshulp niet tijdig beschikbaar was en dat de wachttijd niet voor rekening van de verzoekers kan komen. De president heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beschikkingen vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen een nieuwe beschikking te nemen. Tevens is de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven en is schadevergoeding toegekend aan de verzoekers. De uitspraak is gedaan door mr. H.C. Greeuw, fungerend president, op 3 maart 2000.