ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6044
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning tot verblijf op basis van onvoldoende middelen van bestaan en duurzaamheidsvereiste
In deze zaak gaat het om de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om eiser, een Dominicaanse vreemdeling die sinds 1989 in Nederland verblijft, een vergunning tot verblijf te verlenen. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging met zijn Nederlandse partner. De aanvraag werd niet tijdig behandeld, wat door eiser werd opgevat als een weigering. Na een hoorzitting werd het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, waarna hij beroep aantekende bij de rechtbank.
De rechtbank beoordeelt of het besluit van de Staatssecretaris in rechte stand kan houden. Eiser stelt dat hij recht heeft op een verblijfsvergunning, omdat hij al lange tijd in Nederland verblijft en zijn partner over onvoldoende middelen van bestaan beschikt. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat niet aan het duurzaamheidsvereiste is voldaan, omdat de partner van eiser op basis van een los dienstverband werkte, wat niet als voldoende wordt beschouwd volgens de Vreemdelingencirculaire.
De rechtbank wijst erop dat de partner van eiser niet over een netto-inkomen beschikt dat gelijk is aan het bestaansminimum, en dat de omstandigheden van eiser, zoals zijn langdurig verblijf in Nederland en de aanwezigheid van familieleden, niet voldoende zijn om een vergunning te verlenen. De rechtbank concludeert dat de weigering van de vergunning tot verblijf rechtmatig is en dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard zijn die een uitzondering rechtvaardigen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard.