ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6075
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad van de Staat der Nederlanden inzake plaatsing van minderjarigen in gesloten inrichtingen
In deze zaak, gewezen op 6 juni 2000 door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een kort geding waarin de Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant (eiseres) de Staat der Nederlanden (gedaagde) heeft aangeklaagd. Eiseres vordert onmiddellijke plaatsing van vier minderjarigen in een gesloten inrichting, nadat eerder door bevoegde rechtbanken machtigingen tot uithuisplaatsing waren verleend. Eiseres stelt dat gedaagde onrechtmatig handelt door geen plaatsen beschikbaar te stellen, ondanks de dringende noodzaak en wettelijke verplichtingen op basis van de Wet op de jeugdhulpverlening en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij zich inspant om voldoende plaatsen te creëren, maar dat de vraag naar plaatsen de beschikbare capaciteit overstijgt.
De rechtbank oordeelt dat gedaagde door structureel onvoldoende plaatsen ter beschikking te stellen, onrechtmatig handelt jegens zowel de minderjarigen als eiseres. De rechtbank wijst de vordering van eiseres toe en bepaalt dat gedaagde binnen een week zorg moet dragen voor de plaatsing van de vier minderjarigen. De kosten van het geding worden aan gedaagde opgelegd. Dit vonnis is van belang omdat het de verantwoordelijkheden van de overheid ten aanzien van jeugdhulpverlening en de rechten van minderjarigen onderstreept, en het benadrukt dat financiële beperkingen niet als excuus kunnen dienen voor het niet nakomen van wettelijke verplichtingen.