ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6797
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Wagner
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en verlening van een verblijfsvergunning voor Iraakse nationaliteit met militaire achtergrond
In deze zaak heeft eiser, een Iraakse nationaliteit met een achtergrond in het Koerdische leger, een verzoek ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiser verblijft sinds 1 juli 1997 in Nederland en heeft op 2 juli 1997 aanvragen ingediend om als vluchteling te worden toegelaten en om een vergunning tot verblijf te verkrijgen. De Staatssecretaris van Justitie heeft deze aanvragen echter afgewezen, wat heeft geleid tot een beroepsprocedure. Eiser heeft op 6 april 1999 beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris, die hem niet in aanmerking achtte voor een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv). Eiser heeft zijn vluchtmotieven uiteengezet, waarbij hij vreesde voor vervolging door de Iraakse autoriteiten vanwege zijn militaire functie binnen de Koerdische Democratische Partij (KDP). De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom eisers militaire verleden en de mogelijke gevolgen van zijn desertie uit het KDP-leger zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een hoge functie binnen het KDP-leger heeft bekleed en dat hij bij terugkeer in Irak gegronde redenen heeft te vrezen voor vervolging. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking van de Staatssecretaris niet zorgvuldig is voorbereid en dat de motivering tekortschiet. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser.