ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6892
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E.H. de Jong- van Dooijeweert
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor opvang asielzoeker met Somalische nationaliteit
In deze zaak verzocht de Somalische verzoekster, die sinds 22 oktober 1999 in Nederland verblijft, om een voorlopige voorziening om opvang te krijgen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De verzoekster had eerder een asielaanvraag ingediend, die niet was ingewilligd, en was van mening dat zij recht had op opvang op basis van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997 (RVA). De Staatssecretaris van Justitie had haar echter niet aangemeld bij het COA, wat leidde tot haar verzoek aan de rechtbank.
De president van de rechtbank oordeelde dat de aanvraag van de verzoekster niet als een tweede asielaanvraag moest worden beschouwd, ondanks dat zij eerder een aanvraag had ingediend. De president stelde vast dat de verzoekster niet eerder in de gelegenheid was gesteld om haar gronden voor de huidige aanvraag naar voren te brengen, en dat de omstandigheden in haar land van herkomst, Somalië, haar recht op opvang onderbouwden. De president wees het verzoek om voorlopige voorziening toe en droeg de Staatssecretaris op om de verzoekster te melden bij het COA voor opvang.
De rechtbank oordeelde verder dat de Staatssecretaris in het ongelijk was gesteld en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan de verzoekster. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige behandeling van asielaanvragen en de rechten van asielzoekers in Nederland, vooral in situaties waarin humanitaire omstandigheden een rol spelen.