ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7099
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A. Stehouwer
- B. van den Akker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak verzocht verzoekster A, verblijvende te Marokko, om een voorlopige voorziening in het kader van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar partner B in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag was ingediend op 27 november 1998, maar de behandeling van het bezwaarschrift tegen de beslissing op de aanvraag was vertraagd. Verzoekster stelde dat zij en haar partner, die verschillende geloven aanhangen, niet in Marokko konden huwen en dat de lange onzekerheid hen psychische en lichamelijke problemen bezorgde. De president van de rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 20 juni 2000, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat mr. H.G.J. Jacobs en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. N.J. van Dishoeck.
De president overwoog dat, hoewel er een spoedeisend belang was, er onvoldoende grond was om de gevraagde voorlopige voorziening toe te wijzen. De president concludeerde dat de behandeling van het bezwaarschrift niet onredelijk vertraagd was en dat verweerder voortvarend te werk ging. De president wees het verzoek af, met de opmerking dat verweerder verplicht blijft om zo snel mogelijk een beslissing te nemen op het ingediende bezwaar. De uitspraak werd gedaan op 6 juli 2000, waarbij de president de beslissing in het openbaar bekendmaakte.