ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7190
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van het witte-illegalenbeleid in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om de vraag of de aanvraag van eiser voor een vergunning tot verblijf, ingediend op 2 januari 1998, terecht is afgewezen door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie. Eiser, een Marokkaanse vreemdeling die sinds september 1991 in Nederland verblijft, had op 29 december 1997 een aanvraag ingediend op basis van het zogenaamde 'witte-illegalenbeleid'. Dit beleid, dat op 31 december 1997 is beëindigd, vereiste dat vreemdelingen gedurende zes jaar voorafgaand aan hun aanvraag in Nederland verbleven en in die periode 'wit' werkten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser na de expiratiedatum van dit beleid is ingediend, wat betekent dat hij niet kan profiteren van de voorwaarden die het beleid bood.
De rechtbank heeft echter ook overwogen dat eiser zijn aanvraag zo snel mogelijk na het voltooien van de zes-jarentermijn heeft ingediend. De rechtbank oordeelt dat het niet redelijk is om eiser te benadelen voor het feit dat zijn aanvraag één dag te laat is ingediend, vooral gezien het feit dat hij in Nederland volledig geïntegreerd is en dat een gedwongen terugkeer naar Marokko een onevenredige hardheid zou betekenen. De rechtbank concludeert dat verweerder ten onrechte niet is ingegaan op de toepasselijkheid van het witte-illegalenbeleid en dat het besluit van verweerder in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op ƒ 1775,-. Deze uitspraak is gedaan op 22 juni 2000 door rechter F. Salomon, in aanwezigheid van griffier J.A. Lammertink.