ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7238
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Quadekker
- M. Knol
- J. van Harte
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage inzake verkeersdelict met dodelijke afloop
Op 25 september 2000 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren op 7 november 1965, die werd beschuldigd van een verkeersdelict. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de officier van justitie, mr. J.H. Wesselink, een gevangenisstraf van twee jaar eiste. De verdachte was betrokken bij een ongeval waarbij een ander om het leven kwam, en de aanklacht omvatte meerdere telastleggingen, waaronder overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994.
Tijdens de zitting op 11 september 2000 heeft de rechtbank het bewijs tegen de verdachte beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de hem bij dagvaarding onder 1. primair en 2. telastgelegde feiten had begaan, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het subsidiaire feit, namelijk een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij een ander was gedood.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaren. De rechtbank verklaarde dat de verdachte vrijgesproken werd van de overige telastgelegde feiten. Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Japenga, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.