ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8043
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- D. Allewijn
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot opname van Viagra in het vergoedingenpakket voor ziekenfondsverzekerden
In deze zaak, gewezen op 2 november 2000 door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een kort geding waarin Pfizer B.V. (eiseres) de Staat der Nederlanden (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (gedaagde) verzoekt om het geneesmiddel Viagra (sildenafil) op te nemen in bijlage 1B van de Regeling farmaceutische hulp 1996. Eiseres stelt dat Viagra, dat wordt gebruikt voor de behandeling van erectiele dysfunctie, een bewezen meerwaarde heeft voor specifieke patiëntengroepen, zoals patiënten met diabetes mellitus of ruggenmergbeschadiging. De Minister heeft echter besloten om Viagra niet op te nemen, ondanks het advies van de Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) dat opname in het pakket zou moeten plaatsvinden.
De Minister heeft in zijn besluitvorming aangegeven dat de opname van Viagra in het vergoedingenpakket een aanzienlijke financiële last met zich mee zou brengen, en dat de meerwaarde van Viagra niet opweegt tegen de kosten. Eiseres betwist deze redenering en voert aan dat de therapeutische waarde van Viagra evident is in vergelijking met andere middelen, zoals Androskat, dat wel op de lijst staat. De rechtbank oordeelt dat de Minister in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, waarbij de budgettaire gevolgen van opname op de bijlage een doorslaggevende factor zijn.
De rechtbank concludeert dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen, en dat de Minister de vrijheid heeft om geneesmiddelen op basis van budgettaire overwegingen niet op te nemen, zelfs als er een advies van de CFH is dat dit wel zou moeten. Eiseres wordt veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn vastgesteld op € 1.950,--, inclusief griffierecht.