3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het niet aannemelijk is dat eisers in Afghanistan gegronde reden hebben te vrezen voor vervolging in de zin van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951
(het Vluchtelingenverdrag). De problemen die eisers stellen te hebben ondervonden van de kant van de Mujahedeen, kunnen niet relevant worden geacht voor de onderhavige beslissing. Deze problemen waren immers het gevolg van de
algemene situatie en hebben bovendien niet geleid tot het vertrek van eisers uit Afghanistan.
Ten aanzien van de problemen die eisers hebben ondervonden in de periode vanaf september/oktober 1996 tot aan het vertrek uit Afghanistan wordt het volgende overwogen. In het bezwaarschrift is aangevoerd dat eisers in de tempel in
Kabul door de Taliban zijn bedreigd. Echter, bij het AC gehoor hebben eisers aangegeven dat zij de identiteit van degenen die hen in de tempel bedreigden niet konden aangeven omdat deze personen hun gezicht bedekten. Eisers weten
derhalve niet wie hen in Kabul bedreigden. Uit de verklaringen van eisers en hun familieleden valt voorts niet op te maken dat de overval van de Taliban op weg naar Jalalabad enig verband hield met hun afkomst of religie. Uit de
beschrijvingen komt veel meer het beeld naar voren van een ordinaire roofoverval, waarbij het de overvallers slechts ging om materieel gewin.
Eiseres heeft eerst in bezwaar aangevoerd dat zij in haar vrouwelijke eer werd bedreigd. Deze verklaring is niet geloofwaardig. Eisers hebben immers verklaard dat deze bedreiging een zeer belangrijke aanleiding was om Afghanistan te
verlaten. Het had dan ook in de rede gelegen dat deze gebeurtenis reeds tijdens het nader gehoor zou zijn genoemd. Overigens heeft eiseres haar angsten voor een aantasting van de vrouwelijke eer niet of nauwelijks geconcretiseerd.
Voorts heeft eiser eerst in bezwaar naar voren gebracht dat hij in Jalalabad één keer is mishandeld. Het is niet duidelijk waarom eiser dit niet eerder naar voren heeft gebracht. Derhalve wordt aan deze verklaring niet de waarde
gehecht die eiser daar zelf aan hecht. Niet is duidelijk geworden door wie de mishandeling werd uitgevoerd noch dat deze verband hield met eisers geloofsovertuiging of afkomst.
Eiser heeft verklaard dat hij op weg was naar een crematie toen hij werd mishandeld. Derhalve valt op dat de algemene veiligheidssituatie in Jalalabad voor eiser kennelijk geen reden vormde om bijeenkomsten als deze te mijden.
Voorts heeft eiseres - tegen betaling - medische behandeling ontvangen in het ziekenhuis in Jalalabad. Eiser heeft haar daar eenmaal per week kunnen bezoeken en hij heeft haar veilig mee kunnen nemen uit het ziekenhuis naar de
tempel. Dit duidt er niet op dat de situatie in Jalalabad voor eisers onhoudbaar was.
Tijdens het AC gehoor zijn eisers geconfronteerd met informatie van de Canadese Immigratiedienst. Volgens deze informatie ondervinden Sikhs en Hindoes in Afghanistan niet veel problemen van de kant van de Taliban. De gemachtigde van
eisers is in staat gesteld om binnen twee weken te reageren op deze informatie hetwelk hij niet heeft gedaan. De informatie wordt hiermee geacht onweersproken te zijn.
Er zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht of gekomen op grond waarvan eisers om klemmende redenen van humanitaire aard in het bezit zouden moeten worden gesteld van een vergunning tot verblijf. Hiertoe wordt
overwogen dat niet is gebleken dat er een reëel risico bestaat dat eisers bij terugkeer zullen worden onderworpen aan een behandeling die strijd oplevert met artikel 3 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden (EVRM).
In het verweerschrift heeft verweerder als productie 4 een individueel ambtsbericht overgelegd van 28 december 1998 met als kenmerk DCP/AM-609167, samengevat inhoudende dat Sikhs in Afghanistan geen problemen ondervinden van de
Taliban.
Ter zitting geeft verweerder te kennen dat hetgeen in het bestreden besluit is gesteld omtrent de informatie van de Canadese immigratiedienst uit het besluit kan worden weggelaten.