ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8382
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.J. Bosma
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot weigering van vergunning tot verblijf voor zelfstandig musicus
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 3 juli 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de weigering van een vergunning tot verblijf aan eiser, een Joegoslavische nationaliteit houder, die in Nederland verblijft voor studie aan het Hilversums Conservatorium. Eiser had in 1996 een vergunning tot verblijf aangevraagd, die aanvankelijk werd verleend, maar in 1998 werd geweigerd bij een aanvraag tot verlenging. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze weigering, waarna een langdurig proces volgde waarin de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W) om advies werd gevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in zijn adviezen niet heeft aangetoond dat het verblijf van eiser een wezenlijk Nederlands cultureel belang diende. De rechtbank oordeelde dat de minister niet voldoende had onderbouwd waarom het verblijf van eiser niet noodzakelijk was voor de Nederlandse cultuur, en dat er geen unieke kwaliteiten waren die het verblijf van eiser rechtvaardigden. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten heeft toegewezen aan eiser. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig te motiveren waarom een vergunning tot verblijf wordt geweigerd, vooral in gevallen waar culturele belangen in het geding zijn.