ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8388
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.C.J. van Dooijeweert
- C.W. Rang
- A.H. Schotman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het besluit tot ongegrondverklaring van het bezwaar inzake vergunning tot verblijf voor vreemdelingen
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres, A, die sinds 10 december 1995 als vreemdeling in Nederland verblijft en een vergunning tot verblijf heeft aangevraagd voor gezinshereniging. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd door de verweerder als kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 1 november 2000 uitspraak deed. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had geconcludeerd dat het bezwaar kennelijk ongegrond was, omdat de door eiseres aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende waren meegewogen. De rechtbank benadrukte het belang van een hoorzitting, vooral in zaken die de persoonlijke situatie van de betrokken vreemdeling aangaan. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de hoorplicht in acht genomen moet worden. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op f 2485,- werden vastgesteld. De rechtbank wees de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die het griffierecht van f 225,- aan eiseres diende te vergoeden.