ECLI:NL:RBSGR:2000:AA8833
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning op basis van garantstelling en gezinsleven
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 30 juni 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning door eiser, een Surinaamse vreemdeling die sinds 4 mei 1998 in Nederland verblijft. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van zijn relatie met zijn Nederlandse partner, C. De korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland had deze aanvraag op 14 juli 1998 afgewezen, waarna eiser bezwaar had gemaakt. Dit bezwaar werd op 10 december 1998 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van een beroepschrift op 21 december 1998.
De rechtbank heeft de zaak versneld behandeld en op 19 mei 2000 vond de zitting plaats. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door een ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat C, de partner van eiser, nog gebonden was aan een garantstelling voor haar vorige partner, D, en dat deze garantstelling niet kon worden opgeheven, ondanks de beëindiging van de relatie met D. De rechtbank oordeelde dat de garantstelling voor vijf jaar was aangegaan en dat C niet kon worden ontheven van haar verplichtingen, tenzij D Nederland definitief had verlaten of een andere verblijfsvergunning had gekregen.
Eiser voerde aan dat er klemmende redenen van humanitaire aard waren die toelating rechtvaardigden, maar de rechtbank oordeelde dat de belangen van de staat, in het bijzonder het economisch welzijn, zwaarder wogen dan het belang van eiser bij gezinsleven met C in Nederland. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om de aanvraag van eiser af te wijzen, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder garantstellingen in het vreemdelingenrecht worden toegepast en de afweging van belangen tussen individuen en de gemeenschap.