ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9267
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.E. van den Steenhoven-Drion
- W.L.J. Fernhout
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met twijfel over afkomst
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage op 18 oktober 2000 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Sudanese verzoeker die een aanvraag om toelating als vluchteling had ingediend. De verzoeker, geboren in 1976 en verblijvende te B, had op 25 september 2000 een aanvraag ingediend, die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op 29 september 2000 was afgewezen. De IND had ernstige twijfels over de identiteit van de verzoeker en zijn afkomst, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. De president oordeelde dat de IND ten onrechte had geoordeeld dat de aanvraag binnen de AC-procedure kon worden afgedaan, gezien de onduidelijkheid over de woonplaats van de verzoeker, die hij had aangegeven als Abri. De president stelde vast dat de verzoeker een andere Abri bedoelde dan de IND, wat leidde tot de noodzaak voor nader onderzoek door de IND. De president heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en verweerder opgedragen zich te onthouden van uitzettingshandelingen totdat op het bezwaarschrift was beslist. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan de verzoeker. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.