ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9328
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Toelating tot verblijf op basis van partnerbeleid en middelenvereiste
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 13 juli 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aanvraag van eiser, een Pakistaanse vreemdeling, om een vergunning tot verblijf bij zijn Nederlandse partner C. Eiser had eerder een aanvraag ingediend bij de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, welke op 25 maart 1999 werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd op 12 november 1999 ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.C. de Zeeuw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de partner van eiser, C, ten tijde van het bestreden besluit beschikte over een arbeidsovereenkomst die voldeed aan het middelenvereiste zoals bedoeld in de Vreemdelingenwet. Echter, de rechtbank oordeelde dat verweerder geen rekening hoefde te houden met deze overeenkomst, omdat deze niet tijdig was overgelegd. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om relevante informatie tijdig aan verweerder te verstrekken.
Tijdens de zitting op 29 juni 2000 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. B.J. Dijkman, concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep. De rechtbank heeft de drie arbeidsovereenkomsten van C beoordeeld en geconcludeerd dat de inkomsten uit de dienstbetrekking bij TNT Nederland weliswaar duurzaam waren, maar niet voldoende om aan het netto normbedrag te voldoen. De inkomsten uit de andere dienstbetrekkingen werden niet als duurzaam beschouwd.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat verweerder in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen en dat er geen strijd was met beginselen van behoorlijk bestuur. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het griffierecht te vergoeden of proceskosten toe te wijzen.