ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9457
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Weigering van een vergunning tot verblijf op basis van middelenvereiste en paspoortvereiste
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 17 november 2000 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de weigering van een vergunning tot verblijf aan eiser, een Surinaamse nationaliteit bezittende vreemdeling. Eiser had op 3 juli 1998 een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf bij de korpschef van de regiopolitie Utrecht, maar zijn aanvraag werd afgewezen op basis van het niet voldoen aan het middelenvereiste en het paspoortvereiste. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op het moment van de aanvraag wel voldeed aan het paspoortvereiste, maar niet aan het middelenvereiste. In de bezwaarfase voldeed eiser wel aan het middelenvereiste, maar beschikte hij toen niet over een geldig paspoort. De rechtbank oordeelde dat er op geen enkel moment aantoonbaar aan alle toelatingsvoorwaarden was voldaan, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft verder overwogen dat eiser en zijn echtgenote, C, niet voldeden aan de vereisten voor gezinshereniging zoals neergelegd in de Vreemdelingenwet en de Vreemdelingencirculaire. C had op het moment van de aanvraag niet duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan. De rechtbank heeft ook het beroep van eiser op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) beoordeeld, maar oordeelde dat er geen sprake was van een inmenging in het recht op respect voor het gezinsleven, aangezien de weigering van de vergunning niet betekende dat eiser een bestaande verblijfstitel werd ontnomen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid tot de weigering van de vergunning tot verblijf had kunnen komen en dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard waren die een uitzondering op het beleid rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.