ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9533

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 99/336 WET
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • J.W.H.B. Sentrop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring van verzet tegen afwijzing verzoek wijziging belastingregelgeving voor AOW-gerechtigden

In deze zaak heeft de Stichting Buitenlands Pensioen Belang, gevestigd te Den Haag, verzet aangetekend tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage van 30 juli 1999. De rechtbank had zich toen onbevoegd verklaard om te oordelen over een schrijven van de staatssecretaris van Financiën van 23 november 1998, waarin het verzoek van de opposante om aanpassing van de belastingregelgeving voor in het buitenland wonende AOW-gerechtigden werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het schrijven van de staatssecretaris niet kon worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor er geen beroep openstond.

De opposante heeft tijdig verzet gedaan tegen deze uitspraak, en de behandeling vond plaats op 22 december 1999. Tijdens deze zitting zijn vertegenwoordigers van de opposante verschenen, waaronder P. de Ridder, R. Engels en drs. G.R. Siwalette. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek om wijziging van de belastingregelgeving wel degelijk een publiekrechtelijk rechtsgevolg heeft en dat het schrijven van de staatssecretaris moet worden aangemerkt als een primair besluit. Dit betekent dat er bezwaar openstaat bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.

De rechtbank heeft vervolgens besloten om het beroepschrift van de opposante door te zenden aan de staatssecretaris ter behandeling als bezwaarschrift. Uiteindelijk heeft de rechtbank, recht doende, het verzet ongegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W.H.B. Sentrop en openbaar uitgesproken op 5 januari 2000 in tegenwoordigheid van de griffier, R. Demilt.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage
Sector Bestuursrecht
Tweede kamer, enkelvoudig
UITSPRAAK
ingevolge artikel 8:55
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Reg.nr.: AWB 99/336 WET
Inzake de Stichting Buitenlands Pensioen Belang, gevestigd te Den Haag, opposante.
1. Overwegingen
Bij uitspraak van 30 juli 1999 heeft de rechtbank met toepassing van artikel 8:54 van de Awb zich onbevoegd verklaard op het beroep van opposante, gericht tegen het schrijven van 23 november 1998 van de Staatssecretaris van Financiën, te beslissen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het schrijven van 23 november 1998 van de staatsecretaris, voornoemd, niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 8:1 juncto 1:3 van de Awb, zodat hiertegen geen beroep openstaat bij de rechtbank.
Opposante heeft bij brief van 2 september 1999, ingekomen bij de rechtbank op 3 september 1999, tijdig verzet gedaan tegen voormelde uitspraak.
Het verzet is behandeld ter zitting van 22 december 1999, alwaar namens opposante zijn verschenen P. de Ridder, R. Engels en drs. G.R. Siwalette.
De rechtbank overweegt als volgt.
Opposante heeft bij de rechtbank beroep ingesteld tegen een schrijven van de staatssecretaris van 23 november 1998.
Daarin beantwoordde de staatssecretaris de brief van opposante van 17 juli 1998, waarbij is verzocht om aanpassing van de belastingregelgeving ten behoeve van de in het buitenland wonende AOW-gerechtigden.
Uit het schrijven van 23 november 1998 leidt de rechtbank af dat de staatssecretaris dit verzoek heeft afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat de afwijzing van het verzoek om wijziging van de belastingregelgeving in de door opposante bepleite zin onmiskenbaar op publiekrechtelijk rechtsgevolg is gericht. Het schrijven van 23 november 1998 is dan ook een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Voorts moet dit besluit worden aangemerkt als een zogenoemd primair besluit. Tegen een dergelijk besluit staat ingevolge de Awb bezwaar open op het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
Het vorenoverwogene kan evenwel niet leiden tot gegrondverklaring van het verzet.
Voorwerp van geschil vormt immers de wens van opposante tot wijziging van de fiscale regelgeving. Een dergelijk verzoek ziet dan ook op wijziging/totstandkoming van een algemeen verbindend voorschrift.
Ingevolge artikel 8:2, aanhef en onder a, van de Awb staat - na bezwaar - bij de administratieve rechter geen beroep open op een besluit, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift. De rechtbank heeft zich dan ook terecht onbevoegd verklaard.
Geconcludeerd moet derhalve worden dat het verzet ongegrond is.
De uitspraak waarvan verzet blijft derhalve in stand.
De rechtbank zal zorgdragen voor de doorzending van het beroepschrift van opposante met de overige gedingstukken aan de staatssecretaris ter behandeling als bezwaarschrift.
De rechtbank beslist met toepassing van artikel 8:55 van de Awb als volgt.
2. Beslissing
De Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
Verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.W.H.B. Sentrop en in het openbaar uitgesproken op
5 januari 2000 in tegenwoordigheid van de griffier, R. Demilt.
Voor eensluidend afschrift,
De griffier van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage,
Verzonden:
Coll.: