ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9720
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Stehouwer
- D.J. de Lange
- J. Grijns
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en de beoordeling van de authenticiteit van documenten in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de asielaanvragen van twee Iraanse vreemdelingen, eiser en eiseres, die in Nederland bescherming zochten. Eiseres diende haar aanvraag op 10 mei 1994 in, terwijl eiser dit deed op 16 april 1995. Beide aanvragen werden afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie, waarna eisers bezwaar maakten. De rechtbank behandelt de zaak in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank oordeelt dat de bestreden besluiten van 24 december 1997 niet zorgvuldig tot stand zijn gekomen, vooral vanwege de rol van een individueel ambtsbericht dat door de Minister van Buitenlandse Zaken was opgesteld. Dit ambtsbericht stelde dat drie door eisers overgelegde documenten niet authentiek waren, wat de geloofwaardigheid van hun asielrelaas in twijfel trok.
De rechtbank benadrukt dat de bewijslast bij de verweerder ligt en dat de eisers de inhoud van het ambtsbericht gemotiveerd hebben betwist. De rechtbank concludeert dat de verweerder zich niet kan beroepen op de niet-authenticiteit van de documenten zolang niet is vastgesteld dat de originelen daadwerkelijk niet authentiek zijn. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en bepaalt dat de verweerder nieuwe besluiten moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op Fl. 1.420,--. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank op 3 oktober 2000.