ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9829
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W.H.B. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming van vreemdeling en toekenning schadevergoeding
In deze zaak gaat het om de onrechtmatige vrijheidsontneming van een vreemdeling, die op 6 november 2000 in bewaring is gesteld op basis van de Vreemdelingenwet. De vreemdeling, die in het bezit was van een geldig vervoerbewijs, werd op 16 november 2000 gehoord door de rechtbank. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de vreemdeling het verhoogde tarief voor het vervoerbewijs had voldaan, wat de noodzaak om naar zijn identiteit te vragen deed vervallen. Desondanks hield de politieagent de vreemdeling staande, wat door de rechtbank als onrechtmatig werd beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de bewaring van de vreemdeling vanaf 6 november 2000 onrechtmatig was en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank beval de opheffing van de maatregel tot vrijheidsontneming en kende de vreemdeling een schadevergoeding toe van f. 1850,00 voor de onrechtmatige bewaring. Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van de vreemdeling, vastgesteld op f. 1420,-. De uitspraak werd gedaan door de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage, en er staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.