ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0077
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Opheffing van vreemdelingenbewaring na langere duur dan negen maanden
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 24 oktober 2000 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser, een Algerijnse nationaliteit, die sinds 14 januari 2000 in bewaring was gesteld. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie tot zijn bewaring, waarbij hij opheffing van de maatregel en schadevergoeding vorderde. De rechtbank overwoog dat eiser langer dan negen maanden in bewaring zat, wat niet redelijk werd geacht. De rechtbank volgde de stelling van verweerder niet dat het strafblad van eiser de langere bewaring rechtvaardigde, aangezien hij na 1995 voornamelijk voor overtredingen van artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht was veroordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verweerder eiser met ingang van 14 oktober 2000 in vrijheid had moeten stellen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de bewaring en kende schadevergoeding toe aan eiser voor de onterecht ondergane vrijheidsontneming. De rechtbank veroordeelde de Staat der Nederlanden tot vergoeding van de schade en de proceskosten van eiser, die waren begroot op ƒ 1.420,-. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft het al dan niet toekennen van schadevergoeding of de hoogte daarvan.