ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0222
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Weigering tewerkstellingsvergunning op basis van leeftijdseis in strijd met Convenant Personeelsvoorziening Binnenvaart
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 30 november 2000 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een tewerkstellingsvergunning aan een vreemdeling, geboren in 1951, die arbeid wilde verrichten aan boord van een binnenvaartschip. De vergunning was geweigerd op basis van artikel 9, aanhef en onder d, van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV), dat een facultatieve weigeringsgrond biedt voor vreemdelingen ouder dan 45 jaar. De rechtbank oordeelde echter dat de verweerster, de Algemene Directie voor de Arbeidsvoorziening, deze grond niet had mogen tegenwerpen, aangezien de eiseres aan alle voorwaarden van het Convenant Personeelsvoorziening Binnenvaart voldeed. Dit convenant bevatte geen leeftijdseis en verplichtte de Arbeidsvoorziening om werkgevers die hun vacatures correct hadden gemeld, te voorzien van een tijdelijke tewerkstellingsvergunning.
De rechtbank stelde vast dat de verweerster zich ten onrechte had beroepen op een facultatieve weigeringsgrond, terwijl het convenant geen ruimte bood voor een leeftijdsbeperking. De rechtbank concludeerde dat de verweerster niet vrijstond om de vergunning te weigeren in afwijking van de in het convenant vastgelegde bereidverklaring. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verleende de gevraagde tewerkstellingsvergunning aan de eiseres. Tevens werd de verweerster veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, vastgesteld op f 1.420,-, en moest de Staat der Nederlanden het griffierecht van f 450,- vergoeden. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van facultatieve weigeringsgronden in het vreemdelingenrecht, vooral in relatie tot convenanten die tussen partijen zijn gesloten.