ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0346
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- W.J. van Bennekom
- I.H.J. van Neer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van het witte-illegalenbeleid met betrekking tot schoolgaande kinderen
In deze zaak hebben verzoekers, een echtpaar van Turkse nationaliteit, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om hun uitzetting niet achterwege te laten. De verzoekers hebben drie minderjarige kinderen die in Nederland zijn opgegroeid en naar school gaan. Ze hebben een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf op basis van de tijdelijke regeling voor witte illegalen, maar deze is afgewezen omdat niet voldaan is aan de voorwaarden van het beleid, zoals het hebben van een sofi-nummer en ononderbroken woonplaats in Nederland sinds 1992. De president van de rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder geen beleid heeft ontwikkeld ten aanzien van schoolgaande kinderen en dat het ontbreken daarvan niet als een ontoelaatbaar manco kan worden beschouwd. De president heeft geoordeeld dat de belangen van de verzoekers niet opwegen tegen de belangen van de verweerder bij onmiddellijke uitvoering van de uitzettingsbeslissing. De president heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van een schrijnende situatie die een uitzondering op het beleid rechtvaardigt. De uitspraak is gedaan op 30 november 2000.