ECLI:NL:RBSGR:2000:AB1140
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.P.C.G. Derksen
- J.M.W. Hermans
- Rechtspraak.nl
Schending van de hoorplicht in asielprocedure
In deze zaak heeft eiseres, een Sudanese vrouw geboren in 1973, bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 19 december 2000 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het bezwaar van eiseres ongegrond was verklaard door de Staatssecretaris van Justitie. Eiseres was echter niet gehoord voordat deze beslissing werd genomen, wat in strijd is met de hoorplicht zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de uitzonderingen op de hoorplicht, zoals genoemd in artikel 7:3 van de Awb, niet van toepassing waren in dit geval. De rechtbank stelde vast dat het bezwaar van eiseres op juiste gronden klaagde over het feit dat er niet tijdig was beslist, en dat het bezwaar dus niet als kennelijk ongegrond kon worden aangemerkt. Bovendien was aan eiseres uitstel van vertrek verleend, wat ook betekende dat de uitzondering op de hoorplicht niet van toepassing was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op f 1420,- werden begroot. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier aanwezig, en er stond geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.