ECLI:NL:RBSGR:2000:AB1685
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.J. Buijsman
- Rechtspraak.nl
Weigering voorwaardelijke vergunning tot verblijf aan Afghaanse asielzoeker op basis van verblijf in Pakistan
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 november 2000 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om eiser, een Afghaanse asielzoeker, een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) te verlenen. Eiser had een aanvraag ingediend op 14 februari 1999, maar zijn aanvraag werd op 7 juli 1999 afgewezen. De bestreden beschikking van 16 maart 2000, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard, vormde de basis voor het beroep. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris het beleid, zoals neergelegd in de Tussentijdse Berichtgeving Vreemdelingencirculaire (TBV) 1998/30, niet in redelijkheid had kunnen vaststellen. Dit beleid werd aangepast in TBV 2000/16, maar de rechtbank stelde vast dat dit beleid niet kon worden toegepast op de zaak van eiser, omdat het dateerde van na de bestreden beschikking. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende was gehoord over de weigering van de vvtv, wat in strijd was met de goede procesorde. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor zover het gericht was tegen de weigering van de vvtv en vernietigde dat gedeelte van de beschikking. De rechtbank droeg de Staatssecretaris op om een nieuwe beschikking te geven met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser.