ECLI:NL:RBSGR:2001:AA9840
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- A.H. van Delden
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verstrekking van ongeregistreerd geneesmiddel TCH346 aan ALS-patiënt
In deze zaak vordert eiser, een ALS-patiënt, dat de gedaagden, waaronder Novartis Pharma B.V. en de Staat der Nederlanden, worden veroordeeld tot het indienen van een aanvraag voor een invoervergunning voor het middel TCH346, dat mogelijk een behandeling voor zijn ziekte kan bieden. Eiser heeft in juli 1998 de diagnose Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS) gekregen, een ernstige neuromusculaire aandoening met een mediane levensverwachting van 1,4 jaar na diagnose. TCH346, geproduceerd door Novartis, is nog niet geregistreerd in Nederland en is tot nu toe alleen getest op proefdieren voor de ziekte van Parkinson.
Eiser heeft Novartis verzocht om het middel, maar Novartis heeft aangegeven dat de Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid toestemming voor invoer moet verlenen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft echter aangegeven dat er voorlopig geen toestemming kan worden verleend voor de invoer van het middel, omdat er onvoldoende objectieve informatie is over de effectiviteit van TCH346 bij ALS-patiënten. Eiser stelt dat het middel zijn enige kans op genezing biedt en dat hij aan de vereisten voor de aanvraag heeft voldaan.
De rechtbank oordeelt dat de vorderingen van eiser moeten worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen bewijs is dat TCH346 effectief is bij ALS-patiënten en dat de Hoofdinspecteur in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat er geen toestemming kan worden verleend voor de invoer van het middel. Eiser wordt veroordeeld in de kosten van het geding.