ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0660
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C.R. Derkx
- Rechtspraak.nl
Bewaring en buitenbehandelingstelling van aanvraag om vergunning tot verblijf in vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 10 januari 2001 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, A, die in het Huis van Bewaring te Tilburg verblijft. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.A. Soebhag, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om zijn aanvraag om een vergunning tot verblijf buiten behandeling te stellen. De rechtbank overweegt dat de vreemdeling geen asielverzoek heeft ingediend en dat de argumenten van zijn gemachtigde, die asielgerelateerd zijn, niet relevant zijn voor de reguliere procedure van de aanvraag om een vergunning tot verblijf. De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht op uitzetting is en dat de bewaring van de vreemdeling rechtmatig is. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank stelt vast dat de vreemdeling niet beschikt over een geldige verblijfsvergunning en dat hij zich aan het vreemdelingentoezicht heeft onttrokken. De rechtbank benadrukt dat de vreemdeling zijn verhaal heeft kunnen doen tijdens een eerder verhoor en dat de beslissing van de Staatssecretaris binnen de wettelijke termijn is genomen. De rechtbank concludeert dat de toepassing van de bewaring niet in strijd is met de Vreemdelingenwet en dat er geen reden is om de bewaring op te heffen. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.