ECLI:NL:RBSGR:2001:AD3399
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- D. Allewijn
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van verzamelverboden voor schapen en andere evenhoevigen in verband met MKZ-maatregelen
In deze zaak, gewezen op 5 september 2001 door de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben eisers, bestaande uit de vereniging Groep Nederlandse Veemarkten en verschillende exploitatiemaatschappijen, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden. De eisers vorderden de opheffing van verzamelverboden voor schapen en andere evenhoevigen, die door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij waren ingesteld in het kader van de bestrijding van mond- en klauwzeer (MKZ). De maatregelen, die in februari 2001 waren genomen, omvatten onder andere een schorsing van het houden van markten voor deze dieren en strenge eisen voor veemarkten om erkenning te verkrijgen.
Eisers stelden dat de Regeling, die de maatregelen vastlegde, onrechtmatig was. Ze voerden aan dat de Minister zijn bevoegdheden had overschreden en dat de maatregelen disproportioneel waren, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor de veemarkten. De eisers betoogden dat de Regeling in strijd was met de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren en dat er geen sprake meer was van een crisissituatie die dergelijke maatregelen rechtvaardigde. Bovendien stelden zij dat de Regeling hen onterecht zou ontnemen van hun eigendomsrecht zonder passende schadevergoeding.
De rechtbank oordeelde dat de Minister niet onbevoegd had gehandeld en dat de Regeling niet onmiskenbaar onverbindend of onrechtmatig was. De vorderingen van eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de Minister de nodige maatregelen had genomen ter preventie van MKZ, en dat de gevolgen voor de veemarkten niet onredelijk waren, gezien de noodzaak om de ziekte te bestrijden.