Daartoe voert eiseres het volgende aan.
Gedaagden hebben de panden die zij bewonen om niet in gebruik. In tegenstelling tot alle omwonenden hebben gedaagden geen huur betaald. De laatste vijf jaar zijn zij niet of nauwelijks aanwezig geweest in de panden. Voorts zijn er tussen gedaagden en de andere omwonenden al jaren problemen, waardoor de verhoudingen inmiddels onherstelbaar ernstig zijn verstoord.
In het verre verleden hebben gedaagden met behulp van derden nog diverse werkzaamheden verricht aan enkele panden, maar sedert 1995 zijn zij daarmee opgehouden. De huurders daarentegen zijn wel enorme verbouwingen en zelfwerkzaamheden aan de panden blijven verrichten, die zij zelf hebben bekostigd.
In 1996 hebben gedaagden pand nr. 162 geheel afgebroken en de materialen inclusief pannen, stenen, balken, trappen, vloeren, alsook de ramen en kozijnen van de nrs. 158 en 160 afgevoerd. Verder heeft gedaagde sub 2 moedwillig de panden met nrs. 158 en 160 op instorten gezet door de draagmuur tussen beide panden te ontzetten.
Eiseres heeft zich - gelet op het belang van de bewoners die al jarenlang huur betaalden en aan de panden bleven werken - genoodzaakt gezien een keus te maken voor de koop van alle panden van SBWE, inclusief de percelen waarvan gedaagden gebruikmaken, of in het geheel niets. Zij heeft voor het eerste gekozen.
Gelet op het hiervoor over gedaagden opgemerkte, zijn gedaagden niet betrokken geweest bij de oprichting en de handelingen van eiseres. Gedaagden dragen dan ook geen zorg voor alle kosten van eiseres.
Niettemin heeft eiseres gedaagden diverse malen aangeboden de panden aan de Lange Beestenmarkt 148 t/m 152 te huren danwel te kopen. Op 9 maart 2001 bedroeg de gevraagde koopprijs inclusief de tot op dat moment gemaakte kosten
fl. 102.350,--. Gedaagden hebben op zeker moment aangegeven in koop (maar niet in huur) geïnteresseerd te zijn, maar tussen partijen is een geschil ontstaan over de koopprijs. Daarop volgende verwikkelingen hebben ertoe geleid dat eiseres op 8 juni 2001 haar aanbod tot koop of huur heeft ingetrokken. Een nadien door gedaagden alsnog gedaan aanbod tot koop, betrof een voor eiseres financieel onhaalbaar en derhalve onaanvaardbaar bedrag. Nadere overeenstemming tussen partijen is onmogelijk gebleken. Intussen moet eiseres wel kosten maken voor de door gedaagden bewoonde panden. De (hypotheek)kosten van fl. 1.100,-- per maand lopen door en bovendien moeten nog extra kosten gemaakt worden in verband met renovatie van de panden.
Eiseres heeft zich genoodzaakt gezien om op 30 juli 2001 gedaagden het gebruik op te zeggen van de bij hen in gebruik zijnde panden en percelen. Zij heeft gedaagden gesommeerd de panden per 1 oktober 2001 te ontruimen.
Zij stelt een spoedeisend belang te hebben bij haar vordering tot ontruiming van gedaagden, die aan de sommatie geen gehoor hebben gegeven.