ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5528
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van gemengd gehuwden uit Azerbeidzjan met risico op vervolging
In deze zaak gaat het om een asielaanvraag van een echtpaar afkomstig uit Azerbeidzjan, waarbij de man van Azeri afkomst is en de vrouw van Armeense afkomst. De verzoekers hebben ernstige mishandelingen ondergaan vanwege hun gemengde huwelijk, wat hen heeft doen besluiten om naar Nederland te vluchten. De president van de rechtbank heeft de geloofwaardigheid van hun asielrelaas erkend, maar constateert dat hun relaas niet volledig overeenkomt met de informatie uit een ambtsbericht van 15 december 1999, waarin wordt gesteld dat de meeste Armeniërs Azerbeidzjan hebben verlaten vanwege etnische tegenstellingen. De president vraagt zich af waarom Armeense vrouwen, gehuwd met een Azeri man, anders behandeld zouden moeten worden dan Armeense mannen, die niet terug kunnen keren naar Azerbeidzjan.
De president wijst op de risico's die Armeniërs in Azerbeidzjan lopen, zoals intimidatie en achterstelling, en concludeert dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de verzoekers een reëel risico lopen op vervolging. De president besluit het verzoek tot voorlopige voorziening toe te wijzen, wat betekent dat de uitzetting van de verzoekers wordt opgeschort totdat er een beslissing is genomen op hun bezwaar. De uitspraak benadrukt de noodzaak van nader onderzoek naar de positie van gemengd gehuwden in Azerbeidzjan, vooral gezien de specifieke omstandigheden van de verzoekers en de informatie uit de ambtsberichten.
De rechtbank oordeelt dat de verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat het ontbreken van documenten over hun identiteit en reisroute niet aan hen is toe te rekenen. Desondanks wordt het verzoek toegewezen, en de rechtbank veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van de verzoekers.