ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6295
Rechtbank 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van staatloze Koerd uit Syrië en afwijzing door de Immigratie- en Naturalisatiedienst
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van eiser, een staatloze Koerd uit Syrië, die op 22 juli 2001 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft deze aanvraag op 25 juli 2001 afgewezen, waarna eiser beroep aantekende. De rechtbank heeft de zaak versneld behandeld en op 7 augustus 2001 uitspraak gedaan. Eiser heeft verklaard dat hij behoort tot de 'maktoumeen', een groep niet-geregistreerde Koerden in Syrië, en dat hij vreest voor vervolging bij terugkeer naar zijn land van herkomst. Hij heeft tijdens de zittingen verklaard dat hij in Syrië gediscrimineerd is vanwege zijn etniciteit en dat hij nooit politiek actief is geweest. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om te vrezen voor vervolging. De rechtbank concludeert dat de door eiser ondervonden discriminatie niet zodanig is dat deze als vervolging kan worden aangemerkt. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser in zijn verklaringen inconsistenties vertoont, wat zijn geloofwaardigheid ondermijnt. De rechtbank heeft de afwijzing van de IND bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Eiser kan binnen een week hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.