ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6738

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 augustus 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 01/34097
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de aanwending van bevoegdheden in bewaringszaken door de vreemdelingenrechter

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 8 augustus 2001 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van eiser, een Turkse vreemdeling die in de Penitentiaire Inrichting te Ter Apel verblijft. Eiser was op 25 juli 2001 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De gemachtigde van eiser heeft beroep ingesteld tegen de vrijheidsontnemende maatregel, met het verzoek om opheffing van de maatregel en schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting op 1 augustus 2001, waar eiser in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en de verweerder vertegenwoordigd werd door een ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

De rechtbank heeft overwogen dat de vreemdelingenrechter in beginsel niet kan oordelen over de aanwending van niet bij of krachtens de Vw 2000 toegekende bevoegdheden, tenzij er feiten zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 25 juli 2001 een controle op grond van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) heeft plaatsgevonden, waarbij eiser werkend is aangetroffen in een slagerij. De rechtbank concludeert dat er een redelijk vermoeden van illegaal verblijf bestond, aangezien eiser geen identiteitsdocumenten of verblijfsrechtelijke documenten kon overleggen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig was en dat er geen gronden waren om de maatregel op te heffen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. Y.H.F. van Veldhuizen, en een afschrift van de uitspraak is op 9 augustus 2001 verzonden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met een termijn van één week voor het indienen van het beroepschrift.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage
zittinghoudende te Amsterdam
Sector Bestuursrecht
enkelvoudige kamer
Uitspraak
op grond van artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
jo artikel 94 en 106 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
reg. nr.: AWB 01/34097 VRONTN
inzake : A, geboren op [...] 1968, van (gestelde) Turkse nationaliteit, verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te Ter Apel, eiser,
gemachtigde: mr. drs. J.M.R. Maas, advocaat te Amsterdam,
tegen : de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. H. van Galen, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Op 25 juli 2001 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vw 2000 in bewaring gesteld. Bij beroepschrift van 25 juli 2001 heeft de gemachtigde van eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel. Daarbij is opheffing van de maatregel tot bewaring gevorderd alsmede toekenning van schadevergoeding en veroordeling van verweerder in de proceskosten.
Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 1 augustus 2001. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig A. Erdogan als tolk in de Turkse taal.
II. OVERWEGINGEN
Eiser heeft het volgende -zakelijk weergegeven- aangevoerd. Ten aanzien van eiser bestond geen redelijk vermoeden van illegaal verblijf zoals bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Vw 2000. Eiser is daarom ten onrechte staandegehouden. Niet gebleken is immers op grond waarvan de controle in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) heeft plaatsgevonden. Niet duidelijk is of er sprake is geweest van een standaardcontrole of dat de anonieme tips, die binnengekomen zijn bij de arbeidsinspectie, de aanleiding zijn geweest voor de controle. De bewaring dient dan ook te worden opgeheven. Eiser merkt tot slot op dat hij heden een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend.
Verweerder heeft het volgende -zakelijk weergegeven- aangevoerd.
Uit de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 juli 2001 (200102662/1) en 26 juli 2001 (200102650/1) blijkt dat de vreemdelingenrechter niet kan oordelen over de aanwending van niet bij of krachtens de Vw 2000 toegekende bevoegdheden. Aan een beoordeling van de op grond van de WAV toegekende bevoegdheden komt de vreemdelingenrechter dan ook niet toe. Van een onvoldoende voortvarend handelen is geen sprake. Eiser zal op 1 augustus 2001 om 19.25 uur naar Turkije worden uitgezet. Als inderdaad blijkt dat hij vandaag een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend dan zal de uitzetting niet doorgaan.
De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank stelt vast dat er op 25 juli 2001 een controle op grond van de WAV heeft plaatsgevonden in een slagerij in Amsterdam, waar eiser werkend is aangetroffen. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de vreemdelingenrechter in beginsel niet kan oordelen over de aanwending van deze niet bij of krachtens de Vw 2000 toegekende bevoegdheid. Er zijn geen feiten gesteld die leiden tot het oordeel dat op dit beginsel een uitzondering zou moeten worden gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank is eiser vervolgens op goede gronden staandegehouden op grond van het bepaalde in artikel 50, eerste lid, van de Vw 2000, nu er in het geval van eiser, die niet in het bezit was van identiteitsdocument en of verblijfsrechtelijk document, sprake was van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf.
De rechtbank stelt voorts vast dat eiser, die geen rechtmatig verblijf heeft, niet beschikt over een vaste woon- of verblijfplaats hier te lande en zich niet gehouden heeft aan zijn vertrektermijn.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat verweerders standpunt dat aannemelijk is dat eiser zich aan de uitzetting zal onttrekken, niet ongegrond is. Niet gebleken is dat verweerder het onderzoek met onvoldoende voortvarendheid ter hand heeft genomen of dat een reëel perspectief op uitzetting ontbreekt. In dit verband is van belang dat de uitzetting van eiser gepland is op 1 augustus 2001 te 19.25 uur. Deze uitzetting zal geen doorgang vinden indien blijkt dat eiser een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend.
De rechtbank concludeert dat de toepassing noch de tenuitvoerlegging van de vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met de wet en dat deze bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid gerechtvaardigd is te achten. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank geen gronden aanwezig om toepassing te geven aan artikel 106 van de Vw 2000 of artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING:
De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.G. Schoots, rechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2001, in tegenwoordigheid van drs. Y.H.F. van Veldhuizen, griffier.
Afschrift verzonden op: 9 augustus 2001
Conc.: HG
Coll:
Bp:-
D:B
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-Gravenhage). Ingevolge artikel 69, derde lid, Vw 2000 bedraagt de termijn voor het instellen van hoger beroep één week. Naast de vereisten waaraan het beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 Awb (zoals het overleggen van een afschrift van deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing.