ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6768
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van een Spaanse vreemdeling zonder verblijfsrecht in Nederland
In deze zaak gaat het om de onrechtmatige bewaring van een vreemdeling met de Spaanse nationaliteit, die zich beroept op zijn status als gemeenschapsonderdaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling geen werk had in Nederland en niet voldeed aan de voorwaarden voor vrij personenverkeer volgens het EG-verdrag. Hierdoor kon hij niet worden aangemerkt als gemeenschapsonderdaan in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, wat betekende dat hem geen verblijfsrecht toekwam. De rechtbank overweegt dat de vreemdeling niet langer dan zes maanden in Nederland verbleef, maar dat zijn verblijf niet langer was toegestaan op basis van de Vreemdelingenwet. De rechtbank concludeert dat de vreemdeling geen voldoende middelen van bestaan had, mede omdat hij was betrapt op diefstal van levensmiddelen.
De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat de vreemdeling niet kon worden uitgezet zonder dat hem een termijn van vier weken was gegund om te vertrekken. De rechtbank wijst erop dat de bewaring van meet af aan onrechtmatig was, omdat niet was aangetoond dat de vreemdeling geen verblijfsrecht had of dat er sprake was van een dringend geval. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en kent de vreemdeling een schadevergoeding toe voor de onrechtmatige bewaring. De rechtbank veroordeelt de Staatssecretaris van Justitie in de proceskosten van de vreemdeling, die op basis van de Wet op de rechtsbijstand aan de griffier van de rechtbank moeten worden betaald.
De uitspraak is gedaan door de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage en is openbaar uitgesproken op 19 november 2001. De rechtbank heeft de vreemdeling een schadevergoeding van f 800,00 toegekend voor vier dagen onrechtmatige bewaring, en de proceskosten zijn vastgesteld op f 710,00. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Raad van State, voor zover het betreft het beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel.