ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6790
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige staandehouding en bewaring van vreemdeling
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel. De vreemdeling, die illegaal in Nederland verbleef, was op 22 juni 2001 staande gehouden door de politie. De staandehouding was gebaseerd op ervaringsgegevens van een eerdere staandehouding, maar de rechtbank oordeelde dat de bevoegdheid voor die eerdere staandehouding niet duidelijk was. Hierdoor was de staandehouding op 22 juni 2001 onrechtmatig. De rechtbank oordeelde dat de bewaring van de vreemdeling vanaf het begin onrechtmatig was en dat het beroep gegrond was. De maatregel van bewaring werd opgeheven met ingang van 3 juli 2001. Daarnaast kende de rechtbank een schadevergoeding toe voor de 11 dagen onrechtmatige bewaring, maar matigde dit bedrag met de helft, rekening houdend met het illegale verblijf van de vreemdeling. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op f 925,-. De rechtbank veroordeelde ook de Staatssecretaris van Justitie in de proceskosten van de vreemdeling, die op f 1420,- werden vastgesteld. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Vreemdelingenwet 2000 en de rechtsbescherming van vreemdelingen in Nederland.